Gewassen inkt

Voortdurend spring ik van de ene tekentechniek naar de andere. Vooral bij modeltekenen. Eigenlijk was ik van plan verder te gaan waar ik de vorige keer gebleven was, maar oog in oog met het model besloot ik anders. Deze avond ben ik vooral met gewassen inkt in de weer geweest, zo te zien in combinatie met een zwarte Woody. Met onderstaande tekening ben ik best tevreden — al was het maar vanwege dat ene detail.

model Moira, 50 x 65 cm (2013)

model Moira, 50 x 65 cm (2013)

Atelierfeestje

Kees Verwey is een schilder die ik bewonder, maar ik kende hem voornamelijk van de plaatjes. Het Historisch Museum Haarlem presenteert de komende twee jaar een overzicht van zijn werk. Met Greetje ging ik naar Teylers, en voor Verwey maakten we een ommetje. De meeste indruk op mij maakten de grote atelierstillevens: een meesterlijke balans zowel in toon als in kleur. Het onderstaande stilleven is bijna postmodern: met veel moeite is een tafel te herkennen, een vaas en twee dozen — maar dan houdt het met de herkenbaarheid ook wel op. “Confetti”, zo heet het schilderij. Ziet u het? Viel het zonlicht zo feestelijk naar binnen? Of was er iemand jarig?

Kees Verwey, Confetti, 1986

Kees Verwey, Confetti, 1986

Alles behalve details

Na de zomervakantie heb ik voor het eerst weer modelgetekend bij Frits de Nooijer. Geïnspireerd door de tentoonstelling van Morandi had ik mezelf een aantal opdrachten gesteld, zoals: i) teken alles behalve het model, ii) alles behalve de contour, iii) alles behalve de details. Onderstaande tekening kwam voort uit de laatste “opdracht”. Achter haar rug kwam ik niet goed uit: daar lopen radiator en kreukels van de draperieën door elkaar. Dat stuk vind ik zelf het mooist.

model Renée, 50 x 65 cm (2013)

model Renée, 50 x 65 cm (2013)

Morandi in Brussel

Met Herman ben ik last minute naar de Morandi-tentoonstelling in Brussel geweest. Indrukwekkende expositie. Morandi is vooral bekend door zijn stillevens van potjes en vazen. In het echt had ik het werk van Morandi nog nooit gezien, behalve een of twee stillevens in Gemeentemuseum Den Haag.

Mijn beeld van Morandi is door deze tentoonstelling helemaal op zijn kop gezet. Een klassiek stilleven (“nature morte”) beeldt natuurlijke objecten af met nog een glans van leven. Denk aan een tros druiven, zo echt geschilderd dat je er in zou willen bijten. Morandi’s schilderijen gaan niet over de natuur, niet over het (gestilde) leven: de potjes die hij gebruikte om zijn stilllevens te schikken, schilderde hij eerst mat wit of grijs. Bij Morandi staat niet het leven stil, maar de tijd, en dat raakt aan de essentie van schilderkunst.

Gaandeweg tijdens de tentoonstelling in Brussel kwamen we erachter dat Morandi veel meer een schilders-schilder is. Voortdurend zet Morandi alle schilderwetten op hun kop. Zie bijvoorbeeld de onderstaande vaas met bloemen: zo symmetrisch als het maar kan (“hoort niet”), een ribbel van de vaas loopt gelijk met de scheidslijn in de achtergrond (“hoort niet”). En dan die bloemen: zo dood als een pier. Desalniettemin een tijdloos schilderij: hoe langer je er naar kijkt, hoe mooier het wordt.

Giorgio Morandi, Flowers (1920)

Giorgio Morandi, Flowers (1920)