Met woodies op kletsnat papier krijg je mooie vette lijnen. Onderstaande tekening is van de laatste, liggende pose van vanavond. Het model lag mooi vredig te wezen, en dat is aan de tekening nog te zien. Dat tekenen met verschillende kleuren krijt is niet dan mezelf, maar heb ik gepikt van Kokoschka, van wie ik ooit dergelijke tekeningen zag in het Albertina in Wenen.
Maand: april 2014
Rust en onrust
Het model draagt hoedjes, rode hoedjes — vanavond een jaren twintig modelletje. Mijn eerste opzet mislukte helemaal, want gebeurde met onvoldoende rust en aandacht. Dus alles maar weer uitgeveegd en opnieuw begonnen. Voor de pauze stond daarom alleen de schets en de achtergrond. Daarna ging het opeens snel, want tien minuten voor het einde was ik klaar. Toen sloeg de onrust weer toe. In plaats van verstandig wezen en stoppen, ging ik denken: “Wat kan ik nou nog meer doen?” Daardoor ging ik te lang door aan de rode bloes. Gelukkig is de schade beperkt gebleven: het portret straalt rust uit en geen onrust.
Restvormen
Mijn vader is het paasweekend op bezoek. Zondag hebben we buiten geschilderd. Paasmaandag regent het en doen we een schilderles binnen. Het onderwerp: tulpen. We volgen het stappenplan van Al Gury’s Alla Prima-boek: globale vorm schetsen, vorm uitwerken, schaduw aangeven (alles nog in rauwe omber), achtergrond, lichte kleurtonen en schaduwtonen van de bloemen, groen van het blad, vaas en stelen. Al met al een heel werk, waarbij het schetsgedeelte (in rauwe omber) net zoveel aandacht vraagt als de afwerking in kleur. Er zit veel tijd en overleg in de eerste opzet: de globale vorm — niet zozeer in de vorm van de bos bloemen als wel in de restvormen. Als het goed is, kun je dat aan het schilderij nog zien.
Kleurassimilatie
Op Paaszondag ging ik met mijn vader naar buiten, de bollenvelden in. Het was niet eenvoudig om een schilderplekje te vinden, want de zon scheen fel, de wind waaide duchtig en rondom de bollenvelden stikte het van de toeristen. Desalniettemin hebben we elk twee schilderijtjes gemaakt. Met behulp van Photoshop heb ik mijn schilderijen verder opgewerkt door een foto van het landschap door het zogenaamde knipsel-filter heen te halen. Het resultaat is een opdeling van het vlak in eindig veel vormpjes en kleurwaarden, en dat helpt om het onderwerp schilderkunstig te bestuderen. Dat cutout-filter geeft ook onverwachte cadeautjes — omdat een beperkt aantal kleurwaarden toegestaan zijn, krijg je ook kleuren waar je ze niet verwacht. Dus schijnen de bloembollen nu ook in de lucht.
Stilering
Wanneer wordt een portret interessant om naar te kijken? In Zelf schrijver worden (1984) definieert Gerard Reve kunst als “gestileerd menselijk handelen (of het product daarvan), dat een ontroering teweeg brengt”. Volgens Reve draait kunst om stilering en is gelijkenis dus niet het ultieme doel van een portret — een gelijkend portret is niet meer dan een gelijkende afbeelding van de geportretteerde en zal de kijker niet zomaar beroeren. Desalniettemin ben ik in onderstaand schilderij voornamelijk bezig geweest de gelijkenis te bevechten — misschien ware het beter geweest meer te stileren.
Schuiven loont
Weer eens wat anders: modelknippen in plaats van modeltekenen. In de kringloopwinkel had ik oude Viva’s aangeschaft om te verknippen. Om in tien of vijftien minuten model te knippen valt niet mee: geschikte pagina selecteren, vorm knippen, plaats bepalen en opplakken, en dat tien of twintig keer. Het belangrijkste verschil met tekenen zit ‘m in het positioneren: het uitgeknipte vormpje hoef je niet op de vooraf uitgedachte plaats te plakken – je kunt er nog mee schuiven. Al schuivende ontdek je dat een net iets andere plaats vaak een spannender compositie oplevert. Het zou gaaf zijn om ook bij het tekenen over deze optie beschikken — ik zie alleen niet hoe dat in zijn werk zou moeten gaan.
Boekenwijsheid
Het wit te mijden, dat is toch de kunst bij olieverfschilderen. In onderstaand portret is dat gelukt. Alleen in het haar zit wat wit, net als in de zalmgrijze achtergrond en in het licht dat op de sjaal valt. Het reflectielicht in de schaduw bevat géén wit, dat is geschilderd met een helderder kleur groen. Die truc is niet van mezelf, maar komt uit Al Gury’s Alla Prima – een prima boek voor iedereen die wil leren olieverfschilderen. Alleen zegt dit boek weer niets over het gebruik van wit.
Los en vast
Hoe vind je bij modeltekenen de vorm? Een van mijn methoden is om heel losjes over het hele vel het onderwerp op te zoeken, zoals hieronder in lichtblauw krijt. Met een beetje geluk “doemt” daarmee de vorm van het model vanuit het papier op naar voren. Die vorm is hier vastgezet met een zwarte woody. In dit geval was de vorm zó duidelijk, dat die niet meer zoekend hoeft worden te neergezet. Misschien is dat wel een beetje jammer, want losjes is toch altijd beter dan vast. Of niet?
Overdrijven
Met modeltekenen heb je te maken met de werkelijkheid die levend voor je staat. En alsof dat nog niet genoeg is, zitten in mijn hoofd stemmetjes die eisen dat ik het model “vastleg” as it is. Een van de manieren om van de werkelijkheid los te komen, is overdrijven. Soms lukt dat zonder de werkelijkheid geweld aan te doen, zoals in onderstaande tekening.
Bleekmiddel
Vanavond weer portretgeschilderd. Het plan was om met twee complementaire kleuren te werken: ultramarijn en gebrande sienna, waarmee je zowel warme als koele tonen kan mengen. De opzet slaagde redelijk. Hier en daar was een beetje alizarinerood nodig om de kleur warmer te krijgen. Alleen was er behoorlijk wat wit nodig, hetgeen de kleur uitbleekt. Het wit te mijden, dat is toch de kunst.