Elke maandagavond voordat ik ga modeltekenen doe ik een schietgebedje “dat het deze avond mag gaan lukken”. Want modelschilderen is een onzeker gevecht – het is een strijd tegen de verf, tegen de tijd, maar vooral tegen mezelf en de eisen die ik mezelf opleg. Modelschilderen doe ik vooral als oefening, om van te leren, maar het is ook leuk als het af en toe iets oplevert. Met onderstaand resultaat ben ik erg tevreden, ook omdat het schilderijtje ergens over gaat: de richtingen van armen en benen, de rechting van de heup en de bolling van de bovenrug. Op het Centraal Station in Amsterdam zag ik vrijwilligers van het Leger des Heils rondlopen. Ze droegen een rood hesje met de rugtekst “Bidden helpt”. Inderdaad, dacht ik, bidden helpt: mijn schietgebedje heeft geholpen. Maar ik dacht ook: waarom zijn de overige vijf schilderijtjes van deze avond nu niet gelukt? Misschien harder bidden?
Maand: maart 2015
Kleurrijk
Sommige mensen hebben over elk onderwerp hun oordeel klaar. Bij mij duurt het soms even voordat ik een mening gevormd heb. Dat geldt in ieder geval voor de tentoonstelling van Leo Gestel in Laren, die ik samen met Astrid bezocht. In het Singer Museum is Leo Gestel (uitspraak: Gestél) nadrukkelijk aanwezig: zijn tekeningen, pastels en schilderijen hangen in alle zalen, de Singershop verkoopt zijden Leo Gestel-sjaals en Leo Gestel-schemerlampen.
Leo Gestel (1881-1941) was tijdgenoot van Mondriaan en Sluijters. Hij was een alleskunner: begaafd tekenaar, pastellist en schilder — zijn levensgrote pastels en houtskooltekeningen zijn technisch knap en gedurfd. Zijn vrouwenportretten en naakten zijn prachtig: sterk van vorm en mooi van kleur. In zijn tijd had Gestel een goede pers: hij was “de mooiste modernist” en “kubistischer dan Picasso”. Ook anno nu is de pers hem goed gezind: de Volkskrant publiceerde een himmelhoch jauchzende recensie. En de tentoonstelling lijkt een publiekssucces, want de bezoekers stromen toe.
In retroperspectief krijg ik bij zijn werk toch een eigenaardig gevoel in mijn buik. Aanvankelijk schilderde Leo Gestel pointillistisch. Toen Mondriaan luministisch schilderde, deed Gestel dat ook. En goed. In navolging van Picasso en Gris schilderde hij kubistisch – maar Gestels werk mist het rauwe, confronterende van het kubisme: het zijn eerder realistische weergaven overtrokken met een kubistisch sausje. Futuristisch schilderde hij ook: het Singer toont een hele zaal kleurrijke, gefuturiseerde bloemstillevens: technisch knap, maar zielloos. En in de tijd dat Gestel in Bergen woonde schilderde hij een — heel stuk traditioneler — in de stijl van de Bergense school. Kortom, Gestel lijkt een begaafd technicus die met alle winden meewaaide, maar ook iemand die nooit een eigen idioom heeft kunnen vinden. Maar de decoratieve kwaliteiten van zijn werk maken hem zeer geschikt voor merchandising met een chique uitstraling.
Toonbeheersing
Een absoluut gehoor heeft bijna niemand. Wij mensen zijn goed in het horen van verschillen in toonhoogte, niet van de absolute frequentie. Met het oog is het niet anders: het menselijk oog is vooral goed in het zien van verschillen. Veel moeilijker is het waarnemen van absolute toonwaarden: hoe donker of licht iets is ten opzichte van het geheel. Dit probleem is waar ik als schilder mee worstel: de globale beheersing van toonwaarden.
Om vat te krijgen op dit toonwaardeprobleem grijp ik soms naar de computer. Op mijn nieuwe laptop heb ik de GIMP geïnstalleerd, een prima, gratis alternatief voor Photoshop. Een cutout-filter zit daar niet standaard op, dat moet apart geïnstalleerd worden. Zo’n cutout-filter toegepast op een foto levert een afbeelding die eruit ziet als opgebouwd uit knipsels van verschillende soorten getint papier — zie dit voorbeeld en ook deze. Afgelopen week heb ik veel met dit knipsel-filter gespeeld, en als gevolg daarvan merk ik dat ik beter op toonwaarden ben ga letten.
Toeval of niet: het model van deze avond heet Toon. In onderstaand schilderijtje is de toonbeheersing redelijk geslaagd. Wel betrap ik mezelf op de neiging alle lichten even licht te maken — zie het lichtplekje midden op het voorste hoofd, dat hoort echt donkerder. Dat plekje zou ik kunnen bijwerken met de GIMP, maar zover ben ik nog niet in dat programma gevorderd.
Gestrekt
Een jaar geleden ontdekte ik de foetushouding als modeltekenstand. Ondertussen zijn de modellen daar zó aan gewend, dat ze éénmaal per avond uit zichzelf deze stand aannemen. Voor het model is dat niet vervelend, integendeel – blijkbaar is het heerlijk liggen. Deze avond koos het model van dienst voor een wel heel mooie variant: in de foetushouding, maar met uitgestrekte ledematen.
Schilderachtig tekenen
Door de stress van alledag ontbrak mij de tijd om ondergrondjes te prepareren voor het modelschilderen. Daarom heb ik deze modeltekenavond tekenmap en tekendoos gepakt. De inktpotjes waren opgedroogd, dus ging ik aan de slag met uitwasbaar aquarelkrijt: eerst het hele vel papier natmaken met een plantenspuit, daarna lekker krijten en waar nodig uitwassen met de kwast. Onderstaande tekening is nog het beste gelukt. Wat mij opvalt is dat het onafgebroken schilderen van de afgelopen maanden maakt dat ik schilderachtiger ga tekenen, met meer aandacht voor toonwaarden. Volgende keer maar eens proberen tekenachtig te schilderen.