Verlichting

Waarom is tekenen zo moeilijk? En schilderen zo mogelijk nog moeilijker? Eén van de redenen is volgens mij dat kijken, echt onbevooroordeeld kijken erg moeilijk is. Mijn eigen ervaring is dat ik snel en slordig ben met kijken – voordat ik voldoende gekeken heb, ben ik al aan het tekenen. Als ik werkelijk goed zou kunnen kijken, eerlijk en oprecht zou kunnen waarnemen, met voldoende rust, zou tekenen een stuk eenvoudiger zijn. Dat is mijn stellige overtuiging.

Deze maandagavond ben ik het portret vanuit zes standen aangegaan. Daarvan mislukten de meeste pogingen faliekant. Maar bij één tekening gebeurde iets bijzonders. In mijn hoofd trok een soort mist op: opeens kon ik de vormen in het gezicht zien zoals ze waren. Ik zág en kon ze tekenen. Preciezer, ik nam waar wat was, wat vroeg om getekend te worden. Dat wat er niet was, was er niet en hoefde ook niet getekend te worden. Zie onder voor het resultaat.

Een en ander gebeurde in het volle bewustzijn. Ik was mij er bewust van dat ik opeens helder zag, onbevooroordeeld waarnam – een bijzonder gevoel van rust en zekerheid. Heet dat nu verlichting? Hoe dan ook, bij de volgende tekening was dit gevoel al weer weg. Jammer.

Magdalena (zilverstift, 18 x 18 cm)

Magdalena (zilverstift, 18 x 18 cm)

Lucht en aarde

In het weekend van het Amsterdam Dance Event was ik in Enschede voor een ander dance event. Van de gelegenheid maakten we gebruik om in Rijksmuseum Twente de Turner-tentoonstelling te bekijken, onderdeel van de nu al bejubelde dubbelexpositie: ‘Gevaar & Schoonheid – Turner en de traditie van het sublieme’. Van het werk van Turner belicht het Zwolse Museum de Fundatie de aspecten ‘Water en Vuur’. In Enschede worden ‘Lucht en Aarde’ vertoond. Gegeven het feit dat Rijksmuseum Twente zo dicht bij de wijk van de vuurwerkramp ligt, is dit een politiek-correcte keuze  Turner schilderde verschillende Londense stadsbranden.

In de bovenbouw van het vwo leerde ik van mijn lerares Nederlands mevrouw Kramer dat wij ín de Romantiek leven – een tijdvak dat wordt gekarakteriseerd door de ontdekking van het individu, van de individuele expressie en het gevoel. Dat vond ik toendertijd een schokkende ontdekking: dat wij ín de geschiedenis leven, dat wij deel uitmaken van een periode die rond 1900 begonnen is en waar we nog niet klaar mee zijn. Dat de concepten waarin wij nu denken en voelen, al tweehonderd jaar eerder bedacht zijn.

Voor mij was het leerzaam zoveel Turners bij elkaar te zien. Met name de prachtige, gedetailleerde aquarellen waren voor mij nieuw. Wat ik ervan opgestoken heb, is dat Joseph Mallord William Turner (1775-1851) toch een exponent van de vroege Romantiek is: veel majesteuze bergen met nietige mensjes op de voorgrond, veel met gouden luchten overgoten kastelige landschappen. Prachtig geschilderd, dat wel, maar blijkbaar heb ik te weinig romantiek in mij om dit oprecht te kunnen waarderen.

Turners werk werd thematisch geflankeerd door meer en minder bekende Nederlandse schilderijen. Ik zag een sterk schilderijtje van Jan Sluijters en mooie Permeke. Geraakt werd ik door een eitempera-schildering van de moderne Rotterdamse kunstenaar Olphaert den Otter. Zijn woeste lucht sprak mij meer tot de verbeelding dan de luchten van Turner. Ben ik misschien een laat-Romanticus? In ieder geval moet ik nog naar Zwolle, want ik ben erg benieuwd naar Turners water- en vuurwerk.

Olphaert den Otter, Lucht 4-3-09 (eitempera op papier, 26 x 18 cm)

Olphaert den Otter, Lucht 4-3-09 (eitempera op papier, 26 x 18 cm)

Lopend

Tangotekenen deed ik voorheen zittend. Bewegende mensen tekenen terwijl terwijl ik zelf zit, vind ik niet optimaal – dan mis ik de connectie. Om toch met de dansers te kunnen verbinden, ging ik meestal (kaars)rechtop zitten. Daarnaast strekte ik mijn andere arm omhoog, dat verhoogde mijn concentratie.

Vanochtend bij de laatste lesdag van mijn tangoweek kreeg ik opeens nieuwe inspiratie: waarom niet gewoon rondlopen? Langs de kant van de dansvloer of tussen de dansers door? Het voordeel daarvan is dat je zo met de dansers mee kan bewegen, zodat je langer aan dezelfde ‘stand’ kan werken. Lopend tekenen vergroot de concentratie en versterkt de connectie met de dansers, zo heb ik gemerkt.

Helemaal origineel is dit niet. In de zomer van 2014 was ik bij Buitenkunst. Bij docent Liesje van den Berk deed ik de workshop ‘Overgave aan het potlood’. Eén van de dingen die we daar deden, was wandelend tekenen: tekenen in een schetsboek onderwijl je doorloopt. Op die manier werk je aan een tekening waarvan het perspectief steeds wijzigt. Maar dat is bij tangotekenen zowiezo al het geval.

José toekijkend (en weglopend in spiegel) (21 x 30 cm)

José toekijkend (en weglopend in spiegel) (21 x 30 cm)

Ladylike

Deze week ben ik in El Puerto de Santa Maria voor een weekje tangovakantie. Docenten: Anna en José uit Cadiz. Vanochtend hebben de dames techniekles. Het thema is ‘ladylike’, hetgeen betekent dat de dames de rondingen van hun heupen mogen tonen. In de Argentijnse tango is dit pas een recente ontwikkeling, van zeg de laatste tien jaar. Reisleidster Tonny legt uit dat vroeger in de tango de dames hun heupen streng in het gelid moesten houden, en dat dit komt omdat Argentinië ooit erg preuts was. Vandaag de dag mogen de dames hun heupen en billen weer showen. Vanochtend oefenden de dames met een stoel – die stond voor de man. Ik vrees dat wij heren in onze techniekles de rol van de stoel mogen oefenen.

Techniekles dames (21 x 30 cm)

Techniekles dames (21 x 30 cm)