In het kader van de teambuilding organiseren we met het Alkmaars Kunstcollectief eens in de zoveel tijd een workshop vóór en dóór leden. De vorige workshop was drie maanden geleden, die van vandaag werd geleid door Ernestine. Onderwerp: de cutouts van Henri Matisse. Dat werd dus knippen. We begonnen met het kleuren van vellen papier. Uit die gekleurde vellen knipten we vrouwenfiguren. Aan het eind bracht Ernestine onze knipsels bijeen tot één groot groepswerkstuk. Mijn figuren zitten daar ook tussen. Echter, ik vrees dat alleen ik weet waar …
Maand: januari 2016
Roald Dahl
Vanavond zit een dame met hip piekhaar als portretmodel. Bij het zien van mijn eerste tekening zegt ze: “Je lijkt op Quentin Blake.” Mijn verbaasde gezicht ziend, legt ze uit dat ze bedoelt dat mijn werk lijkt op het werk van Roald Dahl’s illustrator, (Sir) Quentin Blake. Zelf ben ik me van geen kwaad bewust, maar ik noteer de naam om op te zoeken. En van de weeromstuit ga ik anders tekenen, want het gaat er toch om jezelf te blijven … Na de pauze meldt hetzelfde model dat ik — dat wil zeggen mijn stijl lijkt op die van een illustrator van het Volkskrant Magazine (maar welke?). Kortom, een hoop complimenten bij elkaar, terwijl ik niet eens weet of ik haar wel bedankt heb. Bij deze, Elly!
Glashelder
Het mooie van waterverf is dat de kleuren zo helder zijn. Waterhelder. Alleen als je er te veel op doorgaat, kan een aquarel soms dichtlopen, dan vertroebelen de kleuren tot een dichte soep. Bij een aquareldruk is de kans op dichtsoepen veel kleiner, omdat de verf in één keer in het papier gedrukt wordt. Maar het helpt ook om transparante pigmenten te gebruiken. Zie onder voor het resultaat van mijn tweede aquareldruk-experiment. Het spannende patroon in het jurkje komt van het opdrogen van de verf op het pvc-drukplaatje, daar lag een hele plas water die heel langzaam is opgedroogd. Maar het meest tevreden ben ik met het blauw in de achtergrond, dat is zo helder als glas.
Keulen
De tentoonstelling Munch : Van Gogh is inmiddels afgelopen. Volgens de Volkskrant was dit dé blockbuster van 2015: meer dan een half miljoen bezoekers, ruim twee keer zoveel als de Rembrandt-tentoonstelling in het Rijks. Aangetrokken door de vele publiciteit ging ik de laatste dag kijken. Het was nog steeds druk: lange wachtrijen buiten in de vrieskou, gratis Chocomel voor de wachtenden.
Binnen zijn de schilderijen van Munch in de minderheid. Wat er van hem hangt, vind ik geen supersterke selectie. Bijvoorbeeld maar één versie van de Schreeuw, maar niet de beroemdste. Munch’s houtsnedes vond ik mooi, verrassend en sterk, maar daarvan hingen er maar twee of drie. In de tentoonstelling wordt vooral de overeenkomst tussen beide schilders benadrukt – alsof de grootheid van Munch op Van Gogh moet afstralen en vice versa. Misschien voer voor een kunstgeschiedenisscriptie – maar ook voor een tentoonstelling?
De overeenkomsten: Edvard Munch (1863-1944) en Vincent van Gogh (1853-1890) zijn nationale grootheden. Beiden maakten in dezelfde tijd een vergelijkbare ontwikkeling door. Beiden waren post-impressionist. Beiden waren eenlingen. Beiden waren tobbers, hadden psychische problemen. Ze hebben zelfs in dezelfde straat in Parijs gewoond. Alleen niet tegelijkertijd – en dichter bij dan dat zijn ze niet gekomen. De verschillen zijn mijns inziens groter. Munch en Van Gogh kenden elkaar niet, en thematisch hebben ze weinig met elkaar te maken: Van Gogh’s passie was kleur, zijn lijnvoering krachtig. Munch’s thema was de onzekerheid van de intimiteit, zijn lijnvoering: bibberig.
Tekenend voor Munch vind ik de personages op de voorgrond van zijn schilderijen die vanuit de onderkant van de lijst omhoog kijken. Deze personages verhouden zich tot de personen in de achtergrond en de omgeving, het landschap. Die verhouding is problematisch, is er een van van existentiële onzekerheid. Aangrijpend vond ik de afgebeelde voorstudie van zijn handenschilderij. Een vooruitblik op de ongewenste intimiteiten van afgelopen oudjaarsnacht in Keulen? Is dat incident ook niet een aantasting van onze existentiële bestaanszekerheid? Van de mijne in ieder geval wél.
Spookdruk
Afgelopen kerstvakantie was ik van plan een aquarelprint maken. Daar kwam ik niet aan toe omdat ik dacht niet over het goede materiaal te beschikken. Met name zat ik met de vraag hoe waterverf egaal kan hechten aan een plastic etsplaatje (0.3 mm dik pvc gebruik ik). Bij nadere bestudering (Youtube) bleek de oplossing te zitten in de priming van de ondergrond. Een klein laagje transparant afwasmiddel – egaal opbrengen en laten drogen – helpt de oppervlaktespanning te verlagen. Arabische gom kan ook, maar dat heb ik nog niet geprobeerd. Daarna is het rechtstreeks met onverdunde waterverf schilderen op de plaat en drukken op goed ingevocht papier.
Een aquareldruk staat bekend om haar prachtig stralende kleuren. Na het drukken kun je met de op het printplaatje achtergebleven verf een zogenaamde ‘ghostprint’ maken. Gek of niet: van mijn eerste probeersel vind ik de (licht met aquarel ingekleurde) spookdruk mooier dan de oorspronkelijke eerste druk.