Wandelen in het bos voelt voor mij als een oerervaring. Het bos is geheimzinnig, onvoorspelbaar: sommige plekken zijn licht, andere plekken donker. Er groeien struiken, bramen, paddestoelen. Meestal is het er stil, soms hoor je hoog boven je hoofd de boomtoppen ruisen. Ver kijken is onmogelijk. Achter elke boom kan iets of iemand staan. Een indiaan? Een kabouter? Voor je? Achter je? Mijn plan is om ooit nog eens deze oersensatie te vangen in een serie bosschilderijen, maar daarvan is het nog niet gekomen. In Galerie de Kapberg in Egmond aan den Hoef zag ik onderstaande 3D-fotocollage, die vanuit een vogelperspectief de diepte van het bos weergeeft (zie ook dit schilderij van John Constable). Het mooie van deze collage is dat die echt driedimensionaal is: de takken met de blaadjes liggen enkele millimeters bóven de ondergrond. Het stimuleert mij in ieder geval om na te denken hoe ik eenzelfde effect kan bereiken in verf, op een tweedimensionaal doek.
Maand: september 2017
Cadeautjes
De eerste tekenavond van het nieuwe seizoen in Egmond aan den Hoef. Vorig seizoen sloot ik af met bister, deze zomer heb ik getekend in bister en ik ging vanavond nog maar even door, in bister. Of ik van mijn ervaringen geleerd heb? Echt vlotten wilde het niet: twee van de vier gemaakte tekeningen mislukten faliekant. Ik vroeg mij af: “Waarom teken ik eigenlijk, wat is de lol van dit alles?” Tja. Onder andere gaat het mij om de cadeautjes die ik zelf niet kan bedenken, die van hogerhand komen, “van boven”. Onderstaande tekening was de laatste van de avond. Cadeautjes zijn de gewassen inktvormen in het haar links en rechtsboven, en de uitgelopen lijn bovenin de kruin van het model. De rest is bedacht, al ben ik niet ontevreden met de stippen op het vestje.
Historisch onverantwoord
Binnenkort verschijnt er een boek over de geschiedenis van het Witte Kerkje van Heiloo, met tekeningen van Heilooër kunstenaars. In die hoedanigheid ben ik gevraagd een aantal illustraties te maken. Uiteraard voelde ik me zeer vereerd, maar het betekende ook dat ik mij moest verplaatsen in de geschiedenis van Heiloo en omgeving. Onder andere in de tiende eeuw na Christus. In die tijd reisden Luxemburgse monniken vanuit Echternach naar Kennemerland, om toezicht te houden op hun Hollandse kerkbezit. Hoe geef je dat nu weer? Ik stelde me twee monniken te paard voor die zich, een beetje vermoeid, westwaarts begaven in het Vennewater, het drassige veengebied tussen Heiloo en de Egmonden. Mijn inbreng is niet historisch verantwoord: ze bestaat vooral uit veel fantasie en is gebaseerd op niets anders dan de studie van ruiters te paard. Het scheelt gelukkig wel dat ik de omgeving tussen de derde strandwal (Egmond) en tweede (Heiloo) goed ken: het is één van mijn fietsroutes naar het strand.