Mijn plan dit najaar was grafisch te gaan werken: puur zwart en wit. Deze tekenavond was mijn tweede poging. Helaas begon ik anders, met potlood, en zo eindigde ik ook, in vijftig tinten grijs. Van de potloodtekening wilde ik overschakelen op zoiets als Oost-Indische inkt, maar dat punt bereikte ik nooit. Hoe is dat mogelijk? Ben ik zo bang? Ben ik zo’n schijterd? Wel een beetje misschien. De angst is die voor het onbekende. In potlood kan ik uit de voeten, dat voelt veilig. Over te gaan op puur zwart/wit zoals mijn bedoeling was, is te spannend. Ik heb dat nog nooit gedaan. Ik weet niet hoe het werkt, ik weet niet wat eruit komt, of het wel een mooie tekening wordt. Misschien wordt het wel een misbaksel en eindig ik met niks. Zulke gedachten spoken onbewust door mijn hoofd. Dus bleef ik vanavond onbedoeld en een beetje schijterig op veilig terrein, zie onderstaande tekening. Volgende week: nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Maand: september 2018
Beweging
Het Alkmaarse tangofestival was dit jaar in september. De afgelopen twee jaar stond ik op de markt mijn tekeningen te verkopen. Dit jaar had ik geen zin, maar door omstandigheden was ik er tóch. Bij gebrek aan recent werk exposeerde ik mijn tangotekeningen van vijf jaar geleden. Daarnaast had ik bedacht om, net als vijf jaar geleden, live te gaan tekenen. Zo gezegd, zo gedaan. Achter in de kerk heb ik staand vanachter mijn ezel vier tekeningen gemaakt. De kunst van een tangotekening is om er beweging in te krijgen. Heel goed gelukt is dat niet, maar let op het voetje.
Donkere kamer
Het interieur van de Oude Kerk in Amsterdam was deze zomer rood gekleurd. Alle ramen waren beplakt met rood folie, dus van binnen was er maar één kleur: rood. Het effect was magisch. De Oude Kerk is op zich al prachtig, maar dat rode licht geeft de kerk iets onwerkelijks: wanneer de zon door de ramen valt, branden zonnestralen helderwitte, betoverende lichtvlekken in een rode mist. De rood beplakte ramen zijn een installatie van de Italiaanse kunstenaar Giorgio Andreotta Calò. De begeleidende tekst is nogal hoogdravend. Het rood verwijst naar van alles: naar de Beeldenstorm van 1566, waarbij praktisch alle katholieke beelden uit de kerk verdwenen, naar de Alteratie van 1578 (de bestuurlijke overgang naar het Protestantisme), naar het hedendaagse iconoclasme (zoals de vernieting van de Boeddha’s van Bamyan, maart 2001 in Afganistan). De kunstenaar beschouwt zelf de Oude Kerk met de folie als “een donkere kamer waarin hij verdwenen beelden ontwikkelt”. Maar ook zonder deze woorden is het effect van het rode licht verbluffend mooi.
Grafiekstand
De maandag voor Prinsjesdag is traditioneel de opening van het tekenseizoen: wekelijks gaan we in het Karmelklooster weer aan de slag met de Egmondse tekenclub. Bij Buitenkunst deze zomer had ik een mislukte poging gedaan om lino te snijden: ik merkte daar dat mijn hersenen maar moeilijk in de grafiekstand te krijgen waren. Als een soort revanche wilde ik dit najaar grafisch gaan werken. Portretten in pure vlakken zwart en wit, dat wilde ik. Hoe dat aan te pakken, daarover had ik slechts een vaag idee: eerst maar gaan tekenen en dan later vlakken opvullen met inkt, krijt of aquarelpotlood, zoiets. Eenmaal aan het tekenen geslagen, durfde ik niet goed de stap naar zwart/wit te maken … en dus bleef ik maar tekenen. Onderstaande tekening, mijn beste van de avond, toont veel grijstonen in plaats van het beoogde pure zwart en wit. Echter, de grijstonen zijn nadrukkelijker dan bij mij gebruikelijk. Dat zie ik dan maar als winst.