Eerder dit jaar vertelde mijn vader dat zijn jeugddroom altijd geweest was om houtsnijwerk te maken. Dat was voor mij de inspiratie voor een (verlaat) verjaardagscadeau. Vanwege het tijdstip, het weekend voor Kerst, werd het meer een kerstpakket. De doos bevatte een verzameling vierkante stukken mdf in verschillende formaten (10 x 10, 15 x 15 en 20 x 20 cm), een inktrol, wateroplosbare blokinkt en vier gutsen: een starterspakket om houtsneden te maken. We zijn dezelfde avond nog begonnen: ontwerpje maken, witte vlakken wegsnijden, inkt uitrollen en opbrengen, afdrukken met de hand met behulp van de achterkant van een houten pollepel. Het afgebeelde drukje is het eerste en best gelukte. Beginnersgeluk? Het contrast tussen het wit en het vette zwart doet het in ieder geval goed.
Maand: december 2018
Gruwen
Op de fiets door het Heilooër bos ben ik vanuit mijn huis in vijftien minuten in het centrum van Alkmaar. Omdat ik de tijd had, besloot ik even in het Stedelijk Museum Alkmaar te kijken. Daar is momenteel een schilderijenexpositie van één van de grondleggers van de Bergense School, Piet van Wijngaerdt (1873-1964). In zijn tijd een hele beroemdheid met verschillende exposities in het Amsterdamse Stedelijk (1918, 1924, 1935 en in 1954 nog een ere-tentoonstelling). Net afgestudeerd in 1901 bezoekt hij Parijs, ziet hij de Impressionisten en breekt hij zijn bezoek af omdat hij ze verafschuwt. In 1916 profileert hij zichzelf als vernieuwer en begint hij met Henri Le Fauconnier de Bergense School: donkere, expressionistische schilderijen met een sterke vormentaal. Eerlijk gezegd stootten de geëxposeerde werken mij tegen de borst: lomp en onbehouwen vond ik ze. Het onderstaande schilderijtje, van vóór de donkere Bergense School-periode, sprong er wat mij betreft bovenuit: fijngevoelig geschilderd, met mooie groenen en paarsen. Misschien toch geïnspireerd door de Impressionisten?
Saz
Live muziek, deze tekenavond. Het portretmodel bespeelde de saz, een Turks snareninstrument. Dat is een soort luit, maar met een relatief kleine klankkast. Het instrument heb ik gelaten voor wat het was, ik ging voor het gezicht. Alleen bewoog het model nogal. Normaal heb ik daar niet zo’n last van, maar nu moest ik eerst een ondertekening maken en daarna inkten. Het bleek handig om heen en weer te springen tussen verschillende standen. Onderstaande tekening laat dat zien. Nog mooier was het geweest om, à la David Hockney, de twee standen door elkaar heen te tekenen. Maar ja, dat bedenk ik achteráf. Misschien iets voor een volgende keer?
Stripfiguur
Het portretmodel van vanavond had een mooie gebeitelde kop. Daar ging ik ging eens lekker voor zitten. Van te voren had ik dit vrolijke filmje van Cesar Santos gezien, waardoor ik mij extra bewust was van de proporties van een mensenhoofd. Doordat het model vrijwel kaal was, was de bolle vorm van het (achter)hoofd mooi te zien. Het lukte wonderwel om mijn plan, een portrettekening in puur zwart-wit, door te zetten. Ik begon met een ondertekening in potlood, daarna kwam het inkten met Oostindische inkt. Tijdens het inkten is het bijzonder om te zien hoe de potloodstreken door de zwarte inkt vrijwel onmiddellijk naar de achtergrond gedrukt worden. Met het afgebeelde resultaat ben ik prima tevreden, vooral met de vette schaduwen en de ontbrekende kaaklijn rechts, al zie ik natuurlijk altijd verbeterpunten. Het meest van al ben ik blij dat ik mij in zwart-wit kan uitdrukken zonder in het grijs te vluchten. Dat het onderhavige portret bijna een striptekening geworden is neem ik maar voor lief – dat is meer een gevolg van de manier van werken dan dat het in mijn bedoeling lag.
Ontploffing
Als ik op een tekenavond vijf minuten over heb, ga ik meestal voor een vluggetje. Zo ook deze avond. Ik werkte met inkt, maar voor deze snelle tekening greep ik naar de met water uitwasbare woodies. Het resultaat is niet helemaal gelijkend, maar toch is het een vlotte, spontane schets geworden. Boven op de haarlijn ging het water lopen. Er ontstond een kleine ontploffing die ik net op tijd wist te bedwingen, en die uiteindelijk een aardige licht-donker balans in het haar gaf. Geluk bij een ongeluk, dus.
Voorzichtigjes
Al een tijd zit ik te broeden op een project dat steeds maar niet wil lukken: portretschilderen in puur zwart en wit. Afgelopen week heb ik bij mezelf overwogen wat zou kunnen helpen. Waar ik op uitkwam was dat een geleidelijke aanpak zou kunnen werken: vanuit de ondertekening voorzichtig beginnen met de allerdonkerste delen, werkend over de hele tekening, en dan voorzichtigjes verder gaan, de aandacht steeds over de tekening verdelend. Zo gezegd, zo gedaan. Verbazend genoeg lukte dit plan. Onderstaande tekening is dus mijn eersteling in de geplande tekentechniek. Spannend (ook om te doen) is de rechterkant van de bovenlip die gedeeltelijk in de schaduw viel, en spannend zijn de niet-ingevulde schaduwvlakken die zichtbaar zijn in de ondertekening (neus, wang, nek). De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de volgende tekening weer mislukte, maar die stand was en profil en in tegenlicht, dus met veel schaduw. Als ik lief voor mezelf wil zijn, zoek ik de volgende keer een makkelijker stand op.