Heus

De drijvende kracht achter de tekenavonden in de kapel van het Egmondse Karmelklooster is Frits, al dertig jaar lang. Hij regelt ook de modellen. Per keer zijn dat er twee: een portretmodel én een naaktmodel. Soms laten de modellen afweten. Als het portretmodel niet opdaagt, springt meestal een tekenaar in. Vaak is dat Chiel, maar ook Maurice heeft al twee keer gezeten. Deze keer kon Frits er niet onderuit en ging hij zelf zitten. Onderstaand portret is mijn beste resultaat. Ik ben prima tevreden: het is een vlotte, goed gelijkende tekening geworden (een eerdere poging leed aan het omgekeerde). Voor degenen die Frits niet kennen: in zijn hoofddeksel moet je je niet vergissen. Dat is geen alpinopet, maar een heuse Baskische baret.

Frits, 50 x 65 cm

Frits, 50 x 65 cm

Schwung

Deze avond hadden we een bewegend portretmodel, een violiste. Leuk om te doen, maar wat een werk! Toch ben ik er aardig uitgekomen. De vingers op de snaren bewegen. Maar voor mijn gevoel mist er iets in de organisatie van de tekening. Of in de dynamiek? De tekening oogt mij te statisch. Iets meer schwung, is dat niet mogelijk? Zou de arm met de strijkstok ook niet een beetje kunnen bewegen?

Martine, 50 x 45 cm

Martine, 50 x 45 cm

Aatje

De tentoonstelling van Aat Veldhoen (1934-2018) in Museum Kranenburg in Bergen focust vooral op de mensen uit zijn omgeving: vrouwen, kinderen, vrienden. Mooie, knappe en beroemde mensen (Kabul, Simon, Hedy). Interessanter dan die society-portretten vond ik zijn (duin)landschappen of de patientenportretten die hij rond 1959 maakte – als stagiair in het Binnengasthuis tekende hij patiënten en operaties. Onderstaande portret-ets vond ik ontroerend in zijn eenvoud. De lijnvoering is prachtig. Subtiel is de herhaling van de ronde vorm van het slangetje in de vorm van de (vrouwen)borst en de buik. Mooi hoe zo de kwetsbaarheid van de mens verbeeld wordt.

Aat Veldhoen, Patient in narcose, 1959

Aat Veldhoen, Patient in narcose, 1959

Dynasty

Meestal ben ik erg enthousiast over de tentoonstellingen in ‘mijn’ Stedelijk Museum Alkmaar. De huidige tentoonstelling over de Toorop-dynastie viel mij een beetje tegen, zowel de inhoud en als de opstelling (die vaak goed en goed verzorgd is). Over bezoekersaantallen mag deze expositie echter niet klagen: in Alkmaar heb ik nog nooit zoveel bezoekers gezien, die bleven af en aan stromen. Misschien toch het Dynasty-effect (van de tv-soap)? Schilderende grootvader, moeder en zoon, alle drie beroemd. Op de een of andere manier triggert dat iets bij het publiek. Hoe dan ook, van de drie familieleden kon alleen de jongste, Edgar Fernhout (1912-1974), mij boeien en dan met name zijn laatste, abstracte periode. Op het eerste gezicht kan onderstaand schilderij een beetje banaal overkomen, gewoon een verzameling vlekken. Maar als je wat langer kijkt, wordt het werk steeds dieper en (kleur)rijker.

Edgar Fernhout, Herfst, 1968

Edgar Fernhout, Herfst, 1968