In het korte verhaal Del rigor en la sciencia (‘Over de strengheid in de wetenschap’) schetst Jorge Luis Borges een uit de hand gelopen documentatieproject. De cartografen van een zeker wereldrijk raken steeds bedrevener in het maken van zeer nauwkeurige landkaarten, met als summum een kaart die volledig samenvalt met het rijk; schaal één op één. De kaart wordt al snel onbruikbaar verklaard en vergeten. Absurd natuurlijk, maar dit soort encyclopedische projecten hebben voor mij iets vertederends vanwege het ingebakken falen. In 1909, vijf jaar voor het begin van de Eerste Wereldoorlog maakte de welgestelde Franse bankier Albert Kahn kennis met een nieuwe techniek voor kleurenfoto’s: de zogenaamde autochromes (een techniek van de gebroeders Lumière op basis van aardappelzetmeel). Hij vatte het plan op om met deze techniek de gehele wereld vast te leggen en stuurde een legertje van fotografen op pad. Les Archives de la Planète, zo heette het project. De autochromes afkomstig uit het museum Musée Albert-Kahn in Parijs worden deze maanden geëxposeerd in het Amsterdamse Allard Pierson Museum. De foto’s zijn vaak stijve kiekjes (mede vanwege de lange belichtingstijd), maar de kleuren zijn mooi, zacht en zoet, soms een beetje vervreemdend, alsof ze ingekleurd zijn, maar dat zijn ze dus niet. Confronterend zijn de foto’s van de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. En ook wrang, want het hogere doel van Kahn’s fotoproject was het bevorderen van de wereldvrede (door culturen samen te brengen). En toen brak de oorlog uit.