Deze avond was de tweede Egmondse tekenavond in de periode tussen de eerste en tweede Covid 19-golf. Het was meteen ook de laatste, al wisten we dat toen nog niet. Shirley was het model, zij vond het, net als wij, leuk er even tussenuit te zijn. Het was druk, want we deden alleen portret- en geen naaktmodel. Mijn eerste tekening viel niet lekker uit. Voor de tweede ging ik op een ander, rustig plekje zitten, helemaal aan de zijkant. Met dit portret ben ik best tevreden. Het is gelijkend, maar ik ben vooral blij met de toonbeheheersing in de schaduwen. Er is altijd de verleiding om in de schaduwen ook stukken wit te laten, dat is mij nu niet overkomen.
Auteur: Chris
Mimmo Paladino
Op zoek naar de inspiratiebronnen van Marten Tissing kwam ik uit op een ander lid van de Italiaanse Transvanguardia, Mimmo Paladino (Paduli, 1948). Deze Mimmo Paladino is een productief schilder en beeldhouwer, met een beeldtaal die rijker is dan die van Nicola de Maria of Marten Tissing. Zijn werk lijkt een mythisch humanistische grondslag te hebben die aansluit bij de (Romeinse) geschiedenis van Italië. Dat uitgangspunt spreek mij op zichzelf niet zo aan, maar zijn werk is sterk en divers, zie bijvoorbeeld ook deze prachtig gestileerde paardenbeelden.
Nicola de Maria
Na mijn bezoek aan de tentoonstelling van Marten Tissing werd ik nieuwsgierig naar zijn inspiratie: hoe komt zo’n nuchtere, Groningse schilder aan een dergelijke poëtisch/spirituele inslag? Een van zijn inspiratiebronnen was Nicola de Maria, een Italiaans schilder met een beeldentaal vrijwel identiek aan die van Tissing. Wie was eerst, zo vraag je je af? Het oeuvre van De Maria lijkt groter en veelomvattender dan dat van Tissing. Nicola de Maria (1954, wonend en werkend in Turijn) was afgestudeerd in de medicijnen toen hij gegrepen werd door de schilderkunst. Zijn werk verbeeldt een fantastische en kleurenrijke wereld die bevolkt wordt door meetkundige figuren en tekens [bron: https://mucciaccia.com/en/nicola-de-maria]. In zijn interviews bezigt hij dezelfde taal als Tissing: veel verwijzingen naar spiritualiteit en een gelovig soort poëzie. Het blijft toch een vreemd proces, dat schilderen: hoe je van een idee naar verf-op-doek komt en er achteraf weer een verhaal over vertelt. Voor mijn gevoel heeft het een niet zoveel met het ander te maken…
Mysticus
De corona-lockdown kwam de vrijdag hierna, maar deze maandagavond wisten we nog van niets. Jurriaan zat model. Zijn vrouw zit soms ook model, en beiden zijn ze hardstikke aardig en super relaxed. Jurriaan is altijd met muts en baard, als een moderne mysticus. Over zijn portret hieronder ben ik prima tevreden: het is in een behoorlijke vaart gemaakt, dat is te zien, maar het líjkt ook. Verder ben ik tevreden over de ogen (niet te precies) en hoe de muts helemaal over zijn hoofd gezakt zit. Als ik nog een verbeterpuntje mag noemen, zou dat de toonbeheersing zijn, met name in de schaduwen. Maar ik moet niet te veel zeuren, want die tekenavonden moeten eerst maar snel weer terugkomen.
Carnaval
Het was carnaval. Het portretmodel had wat leuks voor ons bedacht. Ze kwam aanzetten in carnavals-outfit: een olijk Tiroler hoedje compleet met veer, een frivole slinger om haar nek. Onwetend van wat er zich in Brabant afspeelde, waanden we allemaal het coronavirus nog alleen in de Chineese provincie Hubei. Het resultaat van die tekenavond is onderstaande tekening. Ik ben niet ontevreden: het portret lijkt, de oogopslag is goed getroffen (iets waar ik hard op studeer). Voor mijn doen heb ik best lang aan dit portret gewerkt. Dat toont met name in de organisatie. Er is veel uitgewerkt. Daardoor is mij niet meer duidelijk waar de focus ligt. Dat kan ik natuurlijk proberen om achteraf te corrigeren, maar liever zou ik willen dat ik daar al tekenend op aan kan sturen. Maar hoe moet dat? Ik heb wel eens gelezen dat je dan een plan moet hebben. Wat zou in dit geval het plan geweest moeten zijn?
Intrigerende stilte
Op het terrein van het oude Wilhemina Gasthuis in Amsterdam is WG Kunst gevestigd. Vóór de coronatijd organiseerde deze sympathieke galerie aan de lopende band leuke tentoonstellingen. En met de jaarwisseling altijd een spannende WG Kerst Sale. ‘Maar hopen dat dat snel weer kan. In februari hing er werk van de mij onbekende Groninger kunstenaar Martin Tissing. Dat zag er zo intrigerend uit dat ik even ben gaan kijken. Het werk hing prachtig. Er draaide een documentaire over Tissing en zijn werk, getiteld ‘Kleuren van stilte’. Kleurig is het werk zeker, maar over de stilte heb ik zo mijn twijfels. In de video spreekt de kunstenaar krachtig en luid over de poëtische stilte in zijn werk. Ook zijn doeken doen nadrukkelijk kond van de stilte met (geschilderde) teksten als “De wereld van de Ziel”, “In Zen” en “Ziel = Tao”. Onderstaand schilderij bevat geen opruiende teksten en spreekt me daarom meer aan.
Cross hatchings
Eén van de college-tekenaars zat model. Dat legde wel de druk erop. Onderstaande tekening is best geslaagd, al zeg ik het zelf. De organisatie klopt aardig en Maurice ziet er relaxed uit. Als ik ergens niet tevreden over ben, dan zijn het de kruis-arceringen op het voorhoofd. Dat is eigenlijk de enige plek waar dat gebeurt. Een basisregel is om de richting van de arceringen de vorm van (in dit geval) het gezicht te laten volgen. Meestal gebeurt dat vanzelf, daar hoef ik niet over na te denken. Hier is dat blijkbaar niet gebeurd. Als ik achteraf inspraak mag hebben, zou ik willen dat de arceringen daar iets ronder geweest waren. Iets meer de bolling van het voorhoofd volgen zou het portret wellicht nog iets 3-dimensionaler maken.
Welkom
Zarah is een regelmatig terugkerend portretmodel, een leuke jongedame uit de omgeving. Kenmerkend aan haar gezicht zijn de grote ogen en de rustige, zachtmoedige uitstraling. In de onderstaande tekening heb ik haar goed getroffen, denk ik. De organisatie klopt best aardig. De lichtval op heur haar draagt grappig genoeg bij aan de focus van de tekening. Daar is niet over nagedacht; het is een welkome toevalligheid. Het enige dat voor verbetering vatbaar is, is de omvang van haar schedel. Wellicht dat ik daar nog iets bijsmokkel.
Heus
De drijvende kracht achter de tekenavonden in de kapel van het Egmondse Karmelklooster is Frits, al dertig jaar lang. Hij regelt ook de modellen. Per keer zijn dat er twee: een portretmodel én een naaktmodel. Soms laten de modellen afweten. Als het portretmodel niet opdaagt, springt meestal een tekenaar in. Vaak is dat Chiel, maar ook Maurice heeft al twee keer gezeten. Deze keer kon Frits er niet onderuit en ging hij zelf zitten. Onderstaand portret is mijn beste resultaat. Ik ben prima tevreden: het is een vlotte, goed gelijkende tekening geworden (een eerdere poging leed aan het omgekeerde). Voor degenen die Frits niet kennen: in zijn hoofddeksel moet je je niet vergissen. Dat is geen alpinopet, maar een heuse Baskische baret.
Schwung
Deze avond hadden we een bewegend portretmodel, een violiste. Leuk om te doen, maar wat een werk! Toch ben ik er aardig uitgekomen. De vingers op de snaren bewegen. Maar voor mijn gevoel mist er iets in de organisatie van de tekening. Of in de dynamiek? De tekening oogt mij te statisch. Iets meer schwung, is dat niet mogelijk? Zou de arm met de strijkstok ook niet een beetje kunnen bewegen?