Keep it simple, stupid

In mijn onderwijs leer ik studenten dat als ze mondeling of schriftelijk presenteren, ze zich moeten beperken tot één kern. Per keer kun je niet meer dan één boodschap overbrengen, en dat is al moeilijk genoeg. Dit is het KISS-principle: Keep it simple, stupid!  In mijn presentaties en artikelen weet ik dit principe bewust in te zetten: ik weet waar en wanneer dit aan de orde is, wat dan te doen en hoe. Gek genoeg lukt mij dit in mijn schilder- en schilderwerk nog niet. Desalniettemin kun je het wel proberen, en dat heb ik vanavond gedaan.

model Fernanda, 50 x 65 cm (2013)

model Fernanda, 50 x 65 cm (2013)

Wateroplosbare fineliner

Mijn project van dit najaar — portretschilderen in aquarel — valt niet mee. Deze week bij Tintoretto twee vellen helemaal verprutst. Het modeltekenen ging deze week ook al niet super, maar er zat een vel aquarelpapier in mijn tas waarop ik het model van dienst in korte tijd neer kon kwakken. Eerst het vel helemaal nat gemaakt, toen het model getekend met een wateroplosbare fineliner (van de Hema), hetgeen mooi uitlopende lijnen geeft. Daarna snel de verf erin gezet. Ik ben vooral tevreden over de frisheid van het eindresultaat — zeker in vergelijking met de meer doorwerkte waterverfportretten van dit najaar.

model Toon, 50 x 65 cm (2013)

model Toon, 50 x 65 cm (2013)

Derper

Het model is een oudere man uit Egmond aan Zee, een ‘derper’ die zich er niet voor schaamt ‘derps’ te spreken. Het gesprek gaat al snel over vis. Hutspot met gerookte poon had hij gegeten: “heerlijk!” Zijn houding vroeg er om als driekwart-figuur afgebeeld te worden, met romp en handen. Van de twee opzetten in waterverf heb ik er eentje weer verprutst, de andere slaagde redelijk. Met een mooi aquarel-ongeluk: het bruin van de stoel dat is uitgelopen in zijn trui (voor de kijker rechts).

Leen, 50 x 65 cm (2013)

Leen, 50 x 65 cm (2013)

Explosies in inkt

Als je op een nat vel met inkt gaat tekenen, krijg je spontane, niet-controleerbare uitbarstingen en explosies in inkt — het pigment gaat lopen. Ooit heb ik zo een aantal prachtige portrettekeningen gemaakt, maar dit kunstje is mij nooit gelukt te herhalen. Ik heb het idee dat het effect van het papier afhangt: het papier moet niet te snel drogen en het water moet lekker kunnen vloeien. Het ideale papier heb ik nog niet kunnen vinden. Desondanks heb ik mij vanavond aan dit kunstje gezet, met de onderstaande tekening als resultaat. Het open stukje met de “vette” explosies vind ik het mooist, misschien ook omdat “het niet klopt”.

model Shirley, 50 x 65 cm (2013)

model Shirley, 50 x 65 cm (2013)

Home barber shop

Op studiereis in Engeland deden we tijdens een tussenstop Birmingham aan. Daar bezicht ik met Denise de IKON Gallery. Hurvin Anderson is een jonge Engelse schilder met een Caribische achtergrond. Zijn schilderijen zijn een mix van figuratie en abstractie. Zo schildert hij bijvoorbeeld tralie-achtige patronen over een achtergrond van gebladerte, tuinen of tennisbanen. Zijn Peter’s series gaat over een home barber shop uit zijn jeugd, een thuis-salon waar Caribische immigranten geknipt werden. Erg verrassende schilderijen: een spannende mix van kleur en niet-kleur, van platheid en diepte, van herkenbaarheid en abstractie.

Hurvin Anderson, Peter’s I (2007)

Hurvin Anderson, Peter’s I (2007)

Hoedje

Het model is een Friezin die graag hoedjes draagt — vanavond een maritiem modelletje. Mijn project van dit najaar is portret in aquarel, dus ik ga weer aan de slag met waterverf, op twee vellen tegelijk. Eén van de twee vellen wordt ongenadigd verprutst, de andere slaagt redelijk. Aquarel vraagt om beheersing — en dat is aan mij niet echt besteed. De eerste opzet was nog redelijk beheerst (ik kijk af en toe in de boekjes van Charles Reid), daarna wordt het weer een wild gevecht.

No photo found.

Tekenen met water

De Morandi-tentoonstelling in Brussel spookt de hele tijd nog in mijn hoofd, die wil ik proberen te verwerken in het modeltekenen. Met als motto’s: (i) de globale vorm en niet de details, en (ii) de open contour. Bijvoorbeeld door met water of met zeer verdunde inkt de globale vorm op te zetten. In de onderstaande tekening van deze avond is dat aardig gelukt.

model Sylvia, 50 x 65 cm (2013)

model Sylvia, 50 x 65 cm (2013)

Bisterpennen

Voortdurend blijf ik worstelen met de vraag: hoe krijg ik mijn modeltekeningen interessant om naar te kijken? Of: wat wil ik eigenlijk met mijn modeltekeningen? Die vraag heeft deels met het onderwerp te maken: het klassieke, geïdealiseerde naakt interesseert mij niet zoveel. Anderzijds is het een tekenkunstige vraag. Bijvoorbeeld: hoe krijg ik een interessante lijn? Vanavond bij Frits het potje met bisterinkt uit mijn tekenkist opgepakt. Mijn bamboepennen was ik kwijt, daarom ben ik de kloostertuin ingedoken om een paar pennen te snijden. Bamboe kon ik niet vinden, wel een paar stevige holle takken van een verdorde bloemenstruik. Daarna met de bister in de weer: met pen en met kwast. In de onderstaande tekening ben ik niet ontevreden over de grenslijn van kleed en model: die is in ieder geval met meer aandacht getekend dan normaal.

model Noortje, 50 x 65 cm (2013)

model Noortje, 50 x 65 cm (2013)

Woodies

Woodies zijn korte dikke potloden met van binnen aquarelkrijt: een vettig krijt dat met water verwasbaar is. Mij lukt het maar moeilijk om hiermee bevredigende tekeningen te krijgen. Gisteravond tekende ik bij Tintoretto model. De laatste tekening was redelijk toonbaar, vooral vanwege de variatie in toonwaarden. Bij deze.

model Toon, 50 x 65 cm (2013)

model Toon, 50 x 65 cm (2013)

Gewassen inkt

Voortdurend spring ik van de ene tekentechniek naar de andere. Vooral bij modeltekenen. Eigenlijk was ik van plan verder te gaan waar ik de vorige keer gebleven was, maar oog in oog met het model besloot ik anders. Deze avond ben ik vooral met gewassen inkt in de weer geweest, zo te zien in combinatie met een zwarte Woody. Met onderstaande tekening ben ik best tevreden — al was het maar vanwege dat ene detail.

model Moira, 50 x 65 cm (2013)

model Moira, 50 x 65 cm (2013)