Bij mijn Buitenkunst-week in de Flevopolder heb ik een schetsboek voor tweederde volgetekend. Onderstaande tekening komt uit dat schetsboek: een soort mensdiertje. Eerst tekende ik beertjes met twee vooruitgestoken armen en twee vooruitgestoken benen, dus met vier vooruitstekende armbenen. Die zijn hier verdubbeld: vier armbenen aan elke kant. Toen verschenen er nog twee benen onder en twee boven. Het figuurtje heeft iets kwetsbaars: het is voor mij mens, dier en insect, maar bovenal een kind. Een dappere kindsoldaat.
Categorie > Experimenteel
Demaskerade
De laastste dag van een week tekenen bij Buitenkunst. In de ochtend was er tijd voor een laatste tekening, de middag ging op aan het inrichten van de eindtentoonstelling. De laatste tekening, daar kan ik dus héél lang over nadenken. De hele week ben ik bezig geweest met mensfiguren, dieren, vogels en vogelmaskers. Ik bedacht dat het tijd werd om de maskers af te zetten. Onderstaande tekening is een snelle tekening naar een schets uit mijn schetsboek. Getekend is er met Oostindische inkt, maar in de kwast waarmee ik uitwaste zat nog een restje bister, vandaar het bruin.
Trouwfoto
Systemisch werk is een tak van de (alternatieve) psychologie, waarin iemands positie in het leven geanaliseerd wordt naar aanleiding van een fysieke opstelling van familie, partners en vrienden. Die opstelling wordt vrijelijk gemaakt door de persoon in kwestie, met echte mensen of met poppen. Daarna begint de analyse. Hieronder heb ik een familieopstelling getekend van het gezin waaruit ik vandaan kom. Mijn ouders staan in het midden, in de pose van hun trouwfoto. De kinderen staan er omheen. Ik sta, denk ik, links. En de conclusie? Die laat ik over aan de deskundigen.
Gewapend
“Teken een dier” was één van de opdrachten van de Buitenkunst-workshop waaraan ik deelnam. Of een dier en mens. Bij mij werden het vogels, of beter, mensen met een vogelmasker. Ik heb geput uit een serie schetsen die ik ooit eerder gemaakt heb, gebaseerd op ervaringen uit mijn jeugd. Onderstaande tekening beeldt een gezinsituatie uit. De eetkamerstoelen ontbreken, maar ik geloof niet dat dat heel storend is.
Boven
Meedoen aan Buitenkunst betekent een week hard werken: ’s ochtends en ’s middags in de werktent de workshop, ’s avonds voorstellingen en exposities. Ik deed mee aan het programma Size Matters van Margreet Bouwman. Het idee was om mensen, dieren en voorwerpen samen af te beelden en te onderzoeken wat gebeurt er als je iets heel klein maakt dat in werkelijkheid heel groot is, of juist andersom. Eén van de opdrachten was een dier, een voorwerp en een voorzetsel te trekken (uit een grabbelton met heel veel dieren, voorwerpen en voorzetsels) en daar iets mee te doen. Ik trok walvis, fiets en “boven”. Om de zaak een beetje te ontregelen werkten we op een gegeven moment vanuit inktvlekken. Ik heb meerdere walvissen geproduceerd (deze en deze), maar pas met onderstaande Rorschach-tekening was ik écht blij. De geheimzinnige structuur van de (waterige) inktvlek, de uitlopers (van het droogföhnen), het gevonden oog en de gevonden mond, het zijn allemaal mooie cadeautjes die een spannende tekening opleveren.
Kerstpakket
Eerder dit jaar vertelde mijn vader dat zijn jeugddroom altijd geweest was om houtsnijwerk te maken. Dat was voor mij de inspiratie voor een (verlaat) verjaardagscadeau. Vanwege het tijdstip, het weekend voor Kerst, werd het meer een kerstpakket. De doos bevatte een verzameling vierkante stukken mdf in verschillende formaten (10 x 10, 15 x 15 en 20 x 20 cm), een inktrol, wateroplosbare blokinkt en vier gutsen: een starterspakket om houtsneden te maken. We zijn dezelfde avond nog begonnen: ontwerpje maken, witte vlakken wegsnijden, inkt uitrollen en opbrengen, afdrukken met de hand met behulp van de achterkant van een houten pollepel. Het afgebeelde drukje is het eerste en best gelukte. Beginnersgeluk? Het contrast tussen het wit en het vette zwart doet het in ieder geval goed.
Losgaan
Eens in de zoveel tijd organiseren de leden van het Alkmaars Kunstcollectief een workshop, door en voor elkaar. Deze keer waren Leo en ik aan de beurt. Op de vroege zondagochtend (!) gaven we een workshop Bister tekenen met rietpen. Aan de orde kwamen: zelf bamboepennen snijden (zie deze video), bister mengen uit notenklontjes (te koop bij A. Bok en Zn in Amsterdam), tekenen met bister en bamboepen, bister uitwassen met een kwastje en last but not least, helemaal losgaan met bister en water. Zelf heb ik deze zondagochtend niet getekend, maar het was boeiend om te zien hoe de anderen volop experimenteerden met de mogelijkheden van dit prachtige materiaal (zie ook dit filmpje).
No photo found.
Grinlach
De docent van mijn buitenkunstweek had voor de laatste dag “iets heel leuks” bedacht: als echte drukkers gingen we allemaal een oplage drukken. Preciezer: ieder van de zestien deelnemers ging een print maken op A4-formaat in een genummerde oplage van zestig stuks. Aan het eind van de dag zouden we zestien stapeltjes van zestig prints hebben. Daarvan gingen we dan met zijn allen setjes ‘rapen’ en verzamelen in gele postenveloppen. Eindresultaat van dit hele proces: zestig enveloppen met zestien verschillende kunstwerkjes van zestien verschillende kunstenaars, een leuk hebbeding. De eerste zestien enveloppen waren uiteraard voor de deelnemers, plus één voor de docent. De rest van de enveloppen was om weg te geven aan aanwezige vrienden en belangstellenden. Het was inderdaad een leuke opdracht. Tijd om iets nieuws te maken was er eigenlijk niet. Na wat mislukte probeersels besloot ik om de vaderfiguur uit mijn Erlkönig-prent te hergebruiken. De stempel daarvan paste precies op een A4-tje. Ik had bovendien geluk: onderaan bevatte de stempel een eerdere, mislukte poging om uit het karton een oog te stansen. De afdruk daarvan werd een soort scheve glimlach die het beeld extra spannend maakte – geluk bij een ongeluk dus. Het drukken was nog een heel werk. Er ging van alles mis (de papierlaag van de stempel loste op), mijn middagpauze schoot er bij in, maar uiteindelijk was ik precies om half vijf klaar. Aan het eind had ik 62 geslaagde afdrukken: twee proefdrukken voor mezelf (zogenaamde ‘artist proofs‘) en een genummerde oplage van zestig. Normaal is zo’n genummerde oplage voor de verkoop, maar in de geest van Buitenkunst gaven we onze drukwerksetjes gratis weg.
Sprong in de leegte
Op 27 november 1960 bracht de schilder Yves Klein eenmalig een zondagskrant uit, ‘Dimanche’ geheten. Op de voorpagina stond de nu legendarische foto waarop Klein vanaf een dakgoot de lucht in springt, onder hem alleen het harde asfalt. ‘De schilder van de ruimte stort zich in de leegte!’ verkondigde de krant. In het kader van mijn Buitenkunstweekopdracht leek het mij leuk om die val van Klein in drukwerk te ‘vangen’. Van een waterzak en een fles heb ik een Yves Klein-pop gemaakt, die ingesmeerd met verf en vanaf het dak van een werktent op een vel papier laten neerstorten. In werkelijkheid stortte Klein niet neer. De foto was getrukeerd: er stonden vrienden klaar om hem met een zeildoek op te vangen. Bij mij raakte Yves Klein dus wél de grond. Wat ik over het afdrukresultaat moet zeggen weet ik niet zo goed, maar het geeft in ieder geval wel de indruk van een harde klap.
IKB
Yves Klein was de inspiratie van de tweede dag van mijn Buitenkunst-week. Meer in het bijzonder ging het over zijn Anthropométries: afdrukken van het naakte, vrouwelijke lichaam ingesmeerd met het door Klein gepatenteerde Ives Klein Blue (IKB). We kregen een filmpje te zien van een performance uit 1960. Dat filmpje maakte nogal wat verontwaardigde #metoo-reacties los, want de in smoking geklede Yves Klein dirigeert een aantal naakte modellen om zich in te smeren met blauwe verf en hun lichaam af te drukken op de wand en op de grond. Grappig genoeg zien de drukresultaten er niet uit als mensenlichamen; zelf moet ik eerder aan haasjes denken. Voor Yves Klein was het blauw de toegangspoort tot het Nirvana, en met deze performance wilde hij een zo groot mogelijke afstand bewaren tot zijn drukwerk, om zijn werk zo onpersoonlijk, zo objectief mogelijk te maken. Teruggebracht naar onze opdracht werd het: groot drukken, en in blauw. Na een ochtendje puzzelen kwam ik uit op het idee om mijn yogabal (die ik meegenomen had voor mijn rug) af te drukken: insmeren met natte verf en laten stuiteren op een vel papier. Voor mij was interessant dat zodoende niet ik, maar de yogabal zichzélf afdrukt: de druk van de stuitering levert de druk voor de afdruk. De afdrukken zijn, mede dankzij de spetters best spannend, zeker als je in aanmerking neemt dat de benodigde maaktijd (inclusief voorbereiding) minimaal is.