Vorig jaar heb ik geprobeerd om met beeldend kunstenaar Liesbet Tol schilderijen te produceren door echt samen te schilderen. Dat wil zeggen, tegelijk, elk met een kwast, voor hetzelfde doek. Wel met enige bedachtzaamheid, dus grofweg om en om een kwaststreek of een stukje invullen. Het was spannend om te doen, maar de resultaten vielen een beetje tegen: te harmonieus, te bedacht. Eén schilderij werd door Liesbet gered: uit het midden werd een vertikale strook weggesneden, waardoor het onderstaande tweeluik overbleef dat spannend genoeg is om hier te tonen. Het is niet zo dat de één het linkerdoek geschilderd heeft en de ander het rechter — beide delen zijn wel degelijk door ons beiden geschilderd.
Categorie: Experimenteel
Oranje-wit
Oranje-wit is de naam van meer dan één sportclub, met uiteraard shirts in die kleur. Voor mij is oranje-wit een ideale smaakcombinatie. Mijn favoriete fabieksijsje is de split (roomijs gehuld in een laagje waterijs met sinaasappelsmaak) en karnejus (een 50/50-mix van karnemelk met sinaasappelsap) is in de zomer een favoriete dorstlesser. Dat was voor mij aanleiding om onderstaande schilderijtjes te maken. Er komt nog één schilderijtje bij in dezelfde categorie: rabarber/slagroom-fool, een heerlijk dessert van half-om-half rabarbar met slagroom.
Ik slaap stukjes
Er zijn mensen die altíjd goed slapen. Dat is echt wel iets om jaloers op te zijn. Zelf slaap ik niet altijd goed, mijn vriendin evenmin. Als dat het geval is, zegt zij desgevraagd: “Ik heb stukjes geslapen”, waarmee bedoeld wordt dat zij niet aan één stuk geslapen heeft. Voor mij was dat de inspiratie voor onderstaande twee schilderijen.
Boven
Meedoen aan Buitenkunst betekent een week hard werken: ’s ochtends en ’s middags in de werktent de workshop, ’s avonds voorstellingen en exposities. Ik deed mee aan het programma Size Matters van Margreet Bouwman. Het idee was om mensen, dieren en voorwerpen samen af te beelden en te onderzoeken wat gebeurt er als je iets heel klein maakt dat in werkelijkheid heel groot is, of juist andersom. Eén van de opdrachten was een dier, een voorwerp en een voorzetsel te trekken (uit een grabbelton met heel veel dieren, voorwerpen en voorzetsels) en daar iets mee te doen. Ik trok walvis, fiets en “boven”. Om de zaak een beetje te ontregelen werkten we op een gegeven moment vanuit inktvlekken. Ik heb meerdere walvissen geproduceerd (deze en deze), maar pas met onderstaande Rorschach-tekening was ik écht blij. De geheimzinnige structuur van de (waterige) inktvlek, de uitlopers (van het droogföhnen), het gevonden oog en de gevonden mond, het zijn allemaal mooie cadeautjes die een spannende tekening opleveren.
Kerstpakket
Eerder dit jaar vertelde mijn vader dat zijn jeugddroom altijd geweest was om houtsnijwerk te maken. Dat was voor mij de inspiratie voor een (verlaat) verjaardagscadeau. Vanwege het tijdstip, het weekend voor Kerst, werd het meer een kerstpakket. De doos bevatte een verzameling vierkante stukken mdf in verschillende formaten (10 x 10, 15 x 15 en 20 x 20 cm), een inktrol, wateroplosbare blokinkt en vier gutsen: een starterspakket om houtsneden te maken. We zijn dezelfde avond nog begonnen: ontwerpje maken, witte vlakken wegsnijden, inkt uitrollen en opbrengen, afdrukken met de hand met behulp van de achterkant van een houten pollepel. Het afgebeelde drukje is het eerste en best gelukte. Beginnersgeluk? Het contrast tussen het wit en het vette zwart doet het in ieder geval goed.
Grinlach
De docent van mijn buitenkunstweek had voor de laatste dag “iets heel leuks” bedacht: als echte drukkers gingen we allemaal een oplage drukken. Preciezer: ieder van de zestien deelnemers ging een print maken op A4-formaat in een genummerde oplage van zestig stuks. Aan het eind van de dag zouden we zestien stapeltjes van zestig prints hebben. Daarvan gingen we dan met zijn allen setjes ‘rapen’ en verzamelen in gele postenveloppen. Eindresultaat van dit hele proces: zestig enveloppen met zestien verschillende kunstwerkjes van zestien verschillende kunstenaars, een leuk hebbeding. De eerste zestien enveloppen waren uiteraard voor de deelnemers, plus één voor de docent. De rest van de enveloppen was om weg te geven aan aanwezige vrienden en belangstellenden. Het was inderdaad een leuke opdracht. Tijd om iets nieuws te maken was er eigenlijk niet. Na wat mislukte probeersels besloot ik om de vaderfiguur uit mijn Erlkönig-prent te hergebruiken. De stempel daarvan paste precies op een A4-tje. Ik had bovendien geluk: onderaan bevatte de stempel een eerdere, mislukte poging om uit het karton een oog te stansen. De afdruk daarvan werd een soort scheve glimlach die het beeld extra spannend maakte – geluk bij een ongeluk dus. Het drukken was nog een heel werk. Er ging van alles mis (de papierlaag van de stempel loste op), mijn middagpauze schoot er bij in, maar uiteindelijk was ik precies om half vijf klaar. Aan het eind had ik 62 geslaagde afdrukken: twee proefdrukken voor mezelf (zogenaamde ‘artist proofs‘) en een genummerde oplage van zestig. Normaal is zo’n genummerde oplage voor de verkoop, maar in de geest van Buitenkunst gaven we onze drukwerksetjes gratis weg.
Sprong in de leegte
Op 27 november 1960 bracht de schilder Yves Klein eenmalig een zondagskrant uit, ‘Dimanche’ geheten. Op de voorpagina stond de nu legendarische foto waarop Klein vanaf een dakgoot de lucht in springt, onder hem alleen het harde asfalt. ‘De schilder van de ruimte stort zich in de leegte!’ verkondigde de krant. In het kader van mijn Buitenkunstweekopdracht leek het mij leuk om die val van Klein in drukwerk te ‘vangen’. Van een waterzak en een fles heb ik een Yves Klein-pop gemaakt, die ingesmeerd met verf en vanaf het dak van een werktent op een vel papier laten neerstorten. In werkelijkheid stortte Klein niet neer. De foto was getrukeerd: er stonden vrienden klaar om hem met een zeildoek op te vangen. Bij mij raakte Yves Klein dus wél de grond. Wat ik over het afdrukresultaat moet zeggen weet ik niet zo goed, maar het geeft in ieder geval wel de indruk van een harde klap.
IKB
Yves Klein was de inspiratie van de tweede dag van mijn Buitenkunst-week. Meer in het bijzonder ging het over zijn Anthropométries: afdrukken van het naakte, vrouwelijke lichaam ingesmeerd met het door Klein gepatenteerde Ives Klein Blue (IKB). We kregen een filmpje te zien van een performance uit 1960. Dat filmpje maakte nogal wat verontwaardigde #metoo-reacties los, want de in smoking geklede Yves Klein dirigeert een aantal naakte modellen om zich in te smeren met blauwe verf en hun lichaam af te drukken op de wand en op de grond. Grappig genoeg zien de drukresultaten er niet uit als mensenlichamen; zelf moet ik eerder aan haasjes denken. Voor Yves Klein was het blauw de toegangspoort tot het Nirvana, en met deze performance wilde hij een zo groot mogelijke afstand bewaren tot zijn drukwerk, om zijn werk zo onpersoonlijk, zo objectief mogelijk te maken. Teruggebracht naar onze opdracht werd het: groot drukken, en in blauw. Na een ochtendje puzzelen kwam ik uit op het idee om mijn yogabal (die ik meegenomen had voor mijn rug) af te drukken: insmeren met natte verf en laten stuiteren op een vel papier. Voor mij was interessant dat zodoende niet ik, maar de yogabal zichzélf afdrukt: de druk van de stuitering levert de druk voor de afdruk. De afdrukken zijn, mede dankzij de spetters best spannend, zeker als je in aanmerking neemt dat de benodigde maaktijd (inclusief voorbereiding) minimaal is.
Sinasaardappels
Buitenkunst is wat de naam zegt: een week lang in de buitenlucht bezig zijn met muziek, theater, dans of beeldende kunst. Met twee- of driehonderd man kamperen, overdag in grote tenten aan het werk, ’s avonds elkaars voorstellingen bekijken. Bij Buitenkunst Randmeer deed ik bij docent Sarah Charalambides een week Experimenteel drukwerk. De eerste dag gingen we aan de slag met aardappels. De opdracht was om letters te snijden en die te stempelen. Zelf heb ik geprobeerd om de aardappel zoveel mogelijk aardappel te laten en heb ik, niet bijster origineel, de letter C gemaakt. Op een gegeven moment bestudeerde ik de doorsnede van de appelappelhelft en zag ik een soort radiaal patroon, met een rand van een paar millimeter van de schil vandaan. Dat patroon heb ik uitgesneden met een mesje en gedrukt. Het resultaat is hieronder afgebeeld: de aardappels zijn grappig genoeg een soort sinasappels geworden.
Loepzuiver
Twee weken geleden deden we met de leden van het Alkmaars Kunstcollectief weer een workshop. Deze groepsactiviteit werd geleid door Annemiek, die in Utrecht een opleiding doet in ambachtelijke schildertechnieken. Zij wijdde ons in in de geheimen van ei-tempera: puur pigment met eigeel als bindmiddel, een beetje verdund met gedestilleerd water. Later werd ook eiwit toegevoegd (de receptuur van temperaverf kent vele variaties).
Voor mij was deze kennismaking een openbaring. Ik had altijd begrepen dat je in tempera alleen met miniscule verfstreekjes kon werken, heel systematisch, omdat de verf zo bliksemsnel zou opdrogen. Wat bleek: je kan ook vrijer werken, aquarelachtig met veel water. Onderstaande studie is begonnen als een ronde plas water, waarin stapgewijs temperaverf aan toegevoegd is. Het resultaat toont de kracht van tempera-verf: het laat de pigmenten loepzuiver stralen.