De organisatie van een portret is de organisatie van de aandacht, de aandacht van de kijker. Het gekke is dat je als tekenaar geen gewone kijker bent. Natuurlijk kijk je wat je doet. Maar je moet ook kijken door de ogen van een ánder, en al rekening houden met díens aandacht. Op zich is onderstaande tekening best geslaagd. De gelijkenis zit er aardig in. Maar op de een of andere manier ben ik te veel los gegaan op het haar. Daardoor heeft het haar een mooie vorm en ruimtelijkheid gekregen, maar wordt daardoor de aandacht weggetrokken van het gelaat. Hetzelfde geldt voor het licht/donker. De nek en blouse zijn niet zo zwaar aangezet, maar het licht/donker in het haar wel en dat trekt ook mijn kijkersoog weg van het gelaat. Of ben ik nu te perfectionistisch?
Categorie: Portret
Ierse pop
Deze tekenavond hadden we live-muziek. Het naaktmodel had haar vriendje meegenomen en hij was muzikant. De hele avond hebben we genoten van stuwende Ierse popmuziek. Het was nogal een uitdaging: een model dat niet stilzit, de handen die voortdurend bewegen, die mond die opent om te zingen, de vorm van de gitaar met zijn snaren en hals. Hard werken, dus. Over onderstaande tekening ben ik best tevreden. Veel aandacht heb ik besteed aan het geheel van romp, armen, handen en gitaar, wellicht iets te veel. Daardoor krijgt het hoofd misschien minder aandacht, maar gelukkig is de balans niet zoek. Iets meer context was alleen mooi geweest: bijvoorbeeld iets van de stoel en een schaduw op de achtergrond. Ieder mens heeft toch een schaduw?
Focus
Het ‘portret’ van deze tekenavond is een regelmatig terugkerend model uit het Alkmaarse met een niet eenvoudig te treffen gezicht. Ik heb extra mijn best gedaan, misschien wel omdat ik dit al wist, zie onderstaande tekening. De gelijkenis zit er goed in. Tevreden ben ik vooral met de variatie in de grijzen. En met de focus op het gelaat. Het haar en de kleding heb ik gelaten voor wat het is, dat versterkt heel mooi de aandacht op het gezicht. Ik zie (uiteraard) wel een paar verbeterpuntjes, maar al met al is dit een goed georganiseerd portret geworden.
Kuiltjes
De organisatie van een portret is mijn thema voor dit tekenseizoen. Het aardige daarvan is dat dat niet meer afhangt van de gekozen techniek. Organiseren kan je doen in elke techniek: potlood, inkt, aquarel of wat je maar wil. Alleen had ik beter niet over organisatie kunnen beginnen, want onderstaande tekening valt uiteen in verschillende stukken: het gelaat, het haar en de nek. Aan de achterkant van het haar (bij de donkere stukken) heb ik lang gewerkt en dat toont. Dat trekt de aandacht weg van het gelaat. Het mooiste stuk vind ik nog de kuiltjes van de nek en de schaduwen van de kleding daar omheen. Die zijn het minst doorwerkt en ogen daarom het meest fris. Maar ja, bij een goed georganiseerd portret hoort de aandacht daar niet heen te gaan.
Organisatie
Het Egmondse tekenseizoen is weer begonnen. Normaal bedenk ik elk jaar een nieuwe techniek om uit te proberen. Afgelopen jaar was dat zwart-wit in Oost-Indische inkt. Voor het komende jaar had ik geen helder plan: de meeste technieken heb ik eigenlijk wel gehad. Maar een nieuw thema kan ook iets anders zijn dan een techniek, bijvoorbeeld een schilderkunstig aspect als ‘licht/donker’ of ‘ruimtelijkheid’. Toen kwam ik op ‘organisatie’ als thema. Dat klinkt misschien wat vaag, maar een tekening of schilderij moet je organiseren, hetgeen zoiets betekent als dat je de verschillende elementen moet laten samenwerken tot één totaalbeeld. Onderstaande tekening is georganiseerd via een arceertechniek in potlood, die in het gelaat gedetailleerder uitgewerkt is dan in de rest van de tekening. Dat werkt op zich mooi, alleen kan het oog net iets meer nadruk gebruiken.
Fijntjes
Het model dat deze avond voor ons zit is portretschilder. Dat wordt dus éxtra ons best doen. Ze zit professioneel model, praktisch onbeweeglijk – zó onbeweeglijk dat het in onderstaande tekening bijna zichtbaar is. De stand is en profil. De tekening is aardig gelijkend. Het haar is vanuit de vorm behandeld. Het zwart in het gelaat is erg vlekkerig, maar op de een of andere manier stoort dat niet. Het oog is heel losjes gedaan, net als de kaaklijn die uit verschillende losse stukken bestaat. Alles lijkt nochalant geschilderd. Dat was geen opzet, maar blijkbaar werkt dit hier goed uit. Wat ik misschien nog mis, is de (met potlood aangegeven) schaduw in de nek. En de neus. Die was nét iets meer een haakneus, meldde het model fijntjes achteraf.
Wegschilderen
De Nederlandse taal heeft jammer genoeg geen goed equivalent voor de techniek van lost and found edges. Dit is een schilderkunstige ingreep die draait om het wegschilderen van sommige grenzen (zie deze pdf). Het idee is dat als je van alles wat er te zien is álle randen weergeeft, je een saai schilderij krijgt. Eentje waarin alles even belangrijk is, waarin de focus mist. De truc is om sommige grenzen weg te schilderen ook al weet je dat die er zijn. Het gaat om de randen tussen twee gebieden van dezelfde toonwaarde (beide even licht of even donker). Om dat daadwerkelijk te doen, vereist enige durf. In onderstaand portret was dat het geval met de schaduw van de bovenlip en de kinschaduw meteen onder de onderlip, die beide opgaan in de schaduw van de achtergrond. Het resultaat oogt heel natuurlijk, vind ik, terwijl de daad van het wegschilderen best radicaal aanvoelde. De grenzen te laten staan door middel van een dun wit randje zou gekunsteld ogen – of is dat wijsheid achteraf?
Toeter
Een portret draait niet alleen om de plaatsing van de ogen, neus en mond. Net zo belangrijk is de vorm van het gezicht: de vorm van de oogkassen, de jukbeenderen, de roeptoeter van de mond, de bolling van het voorhoofd en van de kin. Ondanks de beperkingen van de techniek waarmee ik werk, probeer ik die vormen toch aan te geven. Die streepjes voelen een beetje onbeholpen, maar ik heb de indruk dat ze werken.
Cirkelbogen
Het portretmodel van vanavond was gezegend met een stel prachtige wengbrauwen: perfecte halve cirkelbogen, als met een passer getekend, donker en stevig. Maar wat moet je ermee? De handboeken zeggen dat het gevaarlijk is veel aandacht aan de wengbrauwen te besteden. Wengbrauwen zijn oppervlakkige details, het moet eerst en vooral gaan over de vorm van het gezicht. Wengbrauwen moet je eigenlijk ook tekenen als een vorm, met een boven-, voor- en onderkant. Ik ben dus maar een beetje voorzichtig geweest. Verder is het een aardig portret geworden: de vorm van de zwarte inktvlekken geeft veel informatie over het gezicht. Alleen mis ik nog een 3d-gevoel in de ronding van het gezicht: de overgang van gelaat via zijkant naar achterhoofd mag voor mij nog ‘ronder’ aanvoelen. De vraag is alleen: hoe krijg je dat voor elkaar?
Reprise
Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. Vanavond hadden we hetzelfde portretmodel als een maand geleden. Ik had haar ook nog eens in dezelfde stand: en profil. De vorige keer ging ik de mist in omdat ik de aandacht van het profiel weghaalde door onnodige elementen te tekenen. Nu ging ik voor het herkansing. Wat de vorige keer stoorde, heb ik nu weggelaten. Het is een stevig portret geworden, dat staat als een huis.