Amateur

Af en toe kan ik flink kwaad worden, dan vind ik mezelf een echte amateur. Die amateur bén ik natuurlijk ook: ik ontbeer de scholing. Tekenen en schilderen doe ik in mijn vrije tijd en mijn geld verdien ik met iets anders. Aanleiding voor al dit gemopper is onderstaande tekening. Op zich is deze nog aardig gelijkend (hoop ik), maar op één onderdeel ben ik voor mijn gevoel flink op mijn bek gegaan: de plaatsing van de ogen. De stand is licht gedraaid. Het is nog geen driekwart, zeg tweevijfde. Daardoor komt het ene oog centraler in beeld. Het andere oog krijgt een perspectivische verkorting en verdwijnt een beetje in de oogkas, achter de neus. Die ruimtelijkheid weer te geven valt mij nog steeds zwaar. In onderstaand portret zijn de ogen bijna even groot en is de neusbrug te breed uitgevallen. Niet goed. Hoe het dan wel moet? Geen idee, daar ga ik eens flink op studeren. Of moet gewoon het rechter oog iets zakken, draaien en naarbinnen geschoven, zodat de schaduw in de oogkas verbinding maakt met de lijn van de neus?

Margret, 50 x 65 cm

Margret, 50 x 65 cm

Zoekplaatje

Om tijdens het portretzitten te kunnen lezen, had het model een boek meegebracht. Bij elke bladzijde die omgeslagen werd, draaide zij haar hoofd naar de linkerpagina. Als die uit was, ging het hoofd naar de rechterpagina totdat die bladzij ook weer werd omgeslagen. Enzovoort. Dit betekende dat de door mij gekozen stand maar de helft van de tijd beschikbaar was. Of dit erg was? Misschien zijn die korte tekenpauzes helemaal niet zo verkeerd, mogelijk versterken ze zelfs de concentratie.

Josta, 50 x 65 cm

Josta, 50 x 65 cm

Saz

Live muziek, deze tekenavond. Het portretmodel bespeelde de saz, een Turks snareninstrument. Dat is een soort luit, maar met een relatief kleine klankkast. Het instrument heb ik gelaten voor wat het was, ik ging voor het gezicht. Alleen bewoog het model nogal. Normaal heb ik daar niet zo’n last van, maar nu moest ik eerst een ondertekening maken en daarna inkten. Het bleek handig om heen en weer te springen tussen verschillende standen. Onderstaande tekening laat dat zien. Nog mooier was het geweest om, à la David Hockney, de twee standen door elkaar heen te tekenen. Maar ja, dat bedenk ik achteráf. Misschien iets voor een volgende keer?

Tufan, 50 x 65 cm

Tufan, 50 x 65 cm

Stripfiguur

Het portretmodel van vanavond had een mooie gebeitelde kop. Daar ging ik ging eens lekker voor zitten. Van te voren had ik dit vrolijke filmje van Cesar Santos gezien, waardoor ik mij extra bewust was van de proporties van een mensenhoofd. Doordat het model vrijwel kaal was, was de bolle vorm van het (achter)hoofd mooi te zien. Het lukte wonderwel om mijn plan, een portrettekening in puur zwart-wit, door te zetten. Ik begon met een ondertekening in potlood, daarna kwam het inkten met Oostindische inkt. Tijdens het inkten is het bijzonder om te zien hoe de potloodstreken door de zwarte inkt vrijwel onmiddellijk naar de achtergrond gedrukt worden. Met het afgebeelde resultaat ben ik prima tevreden, vooral met de vette schaduwen en de ontbrekende kaaklijn rechts, al zie ik natuurlijk altijd verbeterpunten. Het meest van al ben ik blij dat ik mij in zwart-wit kan uitdrukken zonder in het grijs te vluchten. Dat het onderhavige portret bijna een striptekening geworden is neem ik maar voor lief – dat is meer een gevolg van de manier van werken dan dat het in mijn bedoeling lag.

Ralph, 50 x 65 cm

Ralph, 50 x 65 cm

Ontploffing

Als ik op een tekenavond vijf minuten over heb, ga ik meestal voor een vluggetje. Zo ook deze avond. Ik werkte met inkt, maar voor deze snelle tekening greep ik naar de met water uitwasbare woodies. Het resultaat is niet helemaal gelijkend, maar toch is het een vlotte, spontane schets geworden. Boven op de haarlijn ging het water lopen. Er ontstond een kleine ontploffing die ik net op tijd wist te bedwingen, en die uiteindelijk een aardige licht-donker balans in het haar gaf. Geluk bij een ongeluk, dus.

Margret, 50 x 65 cm

Margret, 50 x 65 cm

Voorzichtigjes

Al een tijd zit ik te broeden op een project dat steeds maar niet wil lukken: portretschilderen in puur zwart en wit. Afgelopen week heb ik bij mezelf overwogen wat zou kunnen helpen. Waar ik op uitkwam was dat een geleidelijke aanpak zou kunnen werken: vanuit de ondertekening voorzichtig beginnen met de allerdonkerste delen, werkend over de hele tekening, en dan voorzichtigjes verder gaan, de aandacht steeds over de tekening verdelend. Zo gezegd, zo gedaan. Verbazend genoeg lukte dit plan. Onderstaande tekening is dus mijn eersteling in de geplande tekentechniek. Spannend (ook om te doen) is de rechterkant van de bovenlip die gedeeltelijk in de schaduw viel, en spannend zijn de niet-ingevulde schaduwvlakken die zichtbaar zijn in de ondertekening (neus, wang, nek). De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de volgende tekening weer mislukte, maar die stand was en profil en in tegenlicht, dus met veel schaduw. Als ik lief voor mezelf wil zijn, zoek ik de volgende keer een makkelijker stand op.

Margret, 50 x 65 cm

Margret, 50 x 65 cm

Eigenwijs

Maandagavond is mijn wekelijkse tekenavond in de kapel van het Egmondse Karmelklooster. Pogend om met één toonwaarde een portret te fabriceren, tekende ik met zwaar verdunde Oostindische inkt. Onderstaande tekening, de laatste van vanavond, vind ik de meest ‘frisse’, de meest spontane. De schaduwen van de bril (ik tel er drie) geven het portret een eigenwijs accent, en de vertekening van het linker brilleglas is amusant. Alleen heb ik om zwaardere tonen te krijgen hier en daar meerdere lagen van dezelfde inkt opgebracht. Eens te meer blijkt het werken met één toonwaarde wel een heel zware beperking – in ieder geval voor mijzelf.

Hilly, 50 x 65 cm

Hilly, 50 x 65 cm

Uitdrukkingskracht

Het portretmodel van vanavond zat trots met opgeheven hoofd. Op de perspectivische verkorting die dat oplevert heb ik me eerst flink verkeken, maar het lukte me dit te corrigeren. Onderstaande tekening is mijn eerste en beste. Er is amper in gepoetst of gepeuterd en dat draagt sterk bij aan de uitdrukkingskracht (zo bleek uit de vergelijking met mijn andere tekeningen).

Jurriaan, 50 x 65 cm

Jurriaan, 50 x 65 cm

Inkten

Onvervaard ga ik deze tekenavond verder met mijn grafisch-portretproject. Van tevoren had ik een aantal Youtube-videos bekeken over het inkten van comics (striptekeningen). De inhoud van die filmpjes is meer technisch dan schilderkunstig, maar toch leer ik er iets van, namelijk dúrven erin te gaan met kwast en inkt. Onderstaande tekening is niet mijn beste qua gelijkenis (déze vind ik beter lijken), maar ik ben tevreden over de behandeling van de inkt, met name in het haar. De kunst is om volume te creëren, en dat gaat niet alleen over licht en donker, maar over de afwisseling van licht en donker. En de vorm. Met name de lok rechtsbovenop is goed gelukt. Dat komt, denk ik, door de zwarte inktvlek tussen de twee lichte stukkken: de randen van die grote vlek zijn, waarschijnlijk per ongeluk, precies goed van vorm. Op andere plaatsen is mijn behandeling van licht en donker nog steeds te ruig, daar kan ik beter nadenken over de precieze vorm van de randen.

Fernanda, 50 x 65 cm

Fernanda, 50 x 65 cm

Bijsmokkelen

Vanavond lukte mij wat twee tekenavonden hiervoor nog niet lukte: te gaan werken in puur zwart en wit, grafisch. Het begin was steeds een potloodtekening. Met een precieze lijn gaf ik in de tekening de grens aan tussen licht en schaduw. Daarna was het een kwestie van de schaduw invullen met een donkere toon. Met drie soorten zwart heb ik geëxperimenteerd: verwasbare grafietstift, Woodies en Oost-Indische inkt. De eerste twee gaven storende, niet-egale kleurvlakken, dus was de inkt mijn favoriet. Nu is het een kwestie van doorgaan met dit experiment. De hamvraag is of ik het pure zwart en wit kan opzoeken: een extra grijstoon is er zo bij gesmokkeld (streng zijn is niet eenvoudig). Toch ben ik blij met het onderstaande resultaat, want behalve dat het een aardig portret is geworden, is nagedacht over de vorm en plaatsing van de toonvlakken.

Margret, 50 x 65 cm

Margret, 50 x 65 cm