Als running gag zeggen we bij het portrettekenen vaak dat we niet het model zelf gaan portretteren, maar een familielid. Daarmee willen we zeggen dat het vastleggen van het model bijna onmogelijk is, het beste wat we kunnen bereiken is een gelijkenis met deze of gene bloedverwant. Vaak zegt het model achteraf inderdaad: “dit lijkt meer op mijn vader/moeder/broer/zus dan op mijzelf.” Het portretmodel van vanavond is een sympathieke, onderhoudende dame die guitig kan lachen. Ze zit wel vaker voor ons. Haar goed te treffen is mij nog nooit gelukt. Als ik haar teken, is zelfs familiegelijkenis ver te zoeken. Alleen in mijn laatste tekening van vanavond lukte het om iets van haar expressie op papier te krijgen. In ieder geval hebben ogen en mond iets guitigs. Na afloop was de tekensessie vond ik de tekening erg lijken. Een kleine week later is de betovering verdwenen, en moet ik moeite doen om in de afbeelding de geportretteerde te herkennen. Wat rest is een min of meer geslaagde tekening. Maar van wie?
No photo found.