De schilderijen van Maria Lassnig (1919-2014) gaan over een zeer particulier thema: de manier waarop de schilderes haar eigen (kwetsbare) lichaam ziet. Wat is er te zien: haar gelaat (vaak zonder schedel), buiten de schedel bungelende hersenen, borsten, geslachtsdelen. Niks universeels. Haar werk straalt zo weinig compassie uit dat je bijna aan zelfhaat gaat denken. De overzichtstentoonstelling in het Amsterdamse Stedelijk Museum is dodelijk volledig: veel werk uit ál haar perioden, dat had wel wat minder gemogen (zie deze recensie in het Parool). Mij vooral interesseert haar kleurgebruik: zuurstokroze, lichte gelen, lichte groenen en blauwen. (Licht)technisch gezien heet dat high-key painting. In dit geval is het effect vooral hallucinerend.