In 1917 begon Alexey van Jawlensky met het schilderen van zijn mystieke (vrouwen)portretten: bijna abstracte portretten van het menselijk gezicht in ijle, vervreemdende kleuren. Onderstaand portret uit de Moderne Galerie in Saarbrücken lijkt een voorloper daarvan. Jawlensky is door velen beïnvloed, maar misschien nog wel het meest door Gauguin. Gauguin werkte met vreemde en indringende kleurencombinaties, maar altijd als onderdeel van zijn landschappen. Jawlensky doet iets wat Gauguin nooit heeft gedaan: hij gebruikt die vreemde kleurencombinaties in het gezícht. Het gezicht als landschap. Vreemd en bevreemdend hoe hier het groen en het violet tegen elkaar aan geschilderd zijn, in wang, voorhoofd en arm. Gaan die kleuren nu in elkaar over of niet, zo vraag ik mij af? Niet als kleur, maar wel als toonwaarde? Zoiets?