Hoe graag ik mezelf ook wil leren tekenen, ik blijf het maar lastig vinden. Het is als bij baron von Münchhausen: het is moeilijk jezelf aan de haren uit het moeras omhoog te trekken. Bij de lunch had ik met mijn onderwijskundige collega Loek een discussie over het bedenken van goede zelf-lerende opdrachten. Dat gesprek hielp me bij het bedenken van een georganiseerde aanpak:
- (kijk) begin met kijken;
- (zie) selecteer een beeldaspect dat eruit springt (vorm, licht/donker, karikaturale elementen, overgangen, driedimensionaliteit);
- (schrijf op) benoem de zichtbare onderdelen hiervan;
- zet het geheel losjes op (met potlood, water of dunne inkt);
- werk het portret uit, het aspect benadrukkend dat je gesignaleerd hebt.
Merk op dat het eigenlijke tekenen pas in de vierde stap begint. Deze tekenavond probeerde ik een en ander toe te passen. Dat lukte maar half: in het vuur van de strijd ging ik te snel over de eerste drie stappen heen, maar toch. Onderstaande tekening is het best geslaagd – die is voor mijn doen (en volgens plan) behoorlijk driedimensionaal.