Van Zurbarán naar Borremans: in de Bozar is het een kleine stap van Spaanse mystiek naar Belgisch surrealisme. Akelig goed schildert die Michaël Borremans: nonchalant, maar uiterst effectief en uiterst suggestief, met ingehouden kleurgebruik en een luchtige, liefdevolle toets. Zijn onderwerpen hebben een stekelige, donkere ondertoon: blanke modellen met een zwart gelaat, meisjes met rok maar zonder benen. Het contrast tussen de liefdevolle toets en de thematiek van prikkeldraad creëert een mysterie dat verder niet uitgelegd wordt. Het is Borremans te doen om beelden die de kijker raken. “Mes in het oog” is de term die hij daarvoor gebruikt in deze documentaire. Onderstaand schilderij is werkelijk prachtig geschilderd (gezicht, handen, trui, achtergrond). Maar wat stelt het voor? Een man kijkt naar zijn hand. Wat ziet hij? Een visioen? Of gewoon zijn hand?