Vanavond was ik mijn zilverstift vergeten. De ondergrondjes die ik meegenomen had waren daardoor nutteloos geworden. Om toch iets te kunnen produceren, heb ik links en rechts materiaal geleend: papier van Frits, harde potloden van John en zachte van Louise (dank, dank). Het gevolg was dat ik in plaats van klein opeens groot zat te werken: dat was verrassend, spannend en uitdagend tegelijk. Hard en zacht potlood samen in één tekening geeft een interessant contrast. Hard potlood lijkt op zilverstift. Daarmee vergeleken lijkt een zacht grafietpotlood op boter, bijna verf. Het proces verliep zoals vorige week: de eerste helft begon voorspoedig, daarna werd het minder en in de tweede helft was de inspiratie echt op. Toch ging ik nog met een redelijk geslaagde tekening naar huis.