Met Jentje en André was ik in het Rijksmuseum. Het was voorjaarsvakantie, dus erg druk. Mij interesseerde vooral de tentoonstelling van Breitners kimonoschilderijen. Het was mijn eerste echte kennismaking met schilder en fotograaf George Hendrik Breitner (1857-1923). Breitner begon (in een prachtige losse spierballenstijl) als schilder van paarden en militairen te paard, maar hij is toch vooral bekend van zijn (al dan niet op zijn foto’s geïnspireerde) Amsterdamse stad- en staatgezichten. Hij maakte ook prachtige aquarellen. Breitners kimonoschilderingen dateren uit een latere periode. In het Rijks hingen de kimonoschilderijen – met Geesje Kwak als model – allemaal bij elkaar in één zaal: goed gedaan. De kimono’s zelf waren nogal stijfjes en plat geschilderd, hetgeen versterkt werd door de grote aandacht voor de bloemdecoratie van de stoffen. Maar wat ik in het Rijks ook ontdekte, zijn Breitners onaffe opzetten: die vind ik werkelijk van nóg grotere schoonheid. Of kijk ik nu te veel als schilder?