‘Elk nadeel hep zijn voordeel’ is een van de gevleugelde uitspraken van de grote roerzanger Johan Cruyff. Van deze blog is het nádeel dat ik soms stukjes moet schrijven over mij onbekende kunstenaars en dan achtergrondinformatie moet opzoeken. Het vóórdeel is dat ik er zelf ook iets van opsteek. Zo ook in dit geval.
Met mijn vader was ik bij de tentoonstelling “Lucebert, Thuis in Bergen”. Lucebert (pseudoniem voor Lubertus Swaanswijk) was mij eigenlijk bar slecht bekend: ik ken één dichtregel (“Alles van waarde is weerloos”), ik weet van zijn geuzentitel (“Keizer der Vijftigers”), van de scene in het Stedelijk Museum (weggestuurd door de suppoosten bij een prijsuitreiking ter ere van hemzelf). Dat hij in Bergen woonde. En dat hij tekende en schilderde.
Lucebert (1924-1994) was een dubbeltalent. Hij begon als beeldend kunstenaar, maar brak in 1949 door met zijn gedichten. Tien jaar later kreeg hij zijn eerste eenmanstentoonstelling, waarna het tekenen en schilderen de overhand kreeg. Na een dichtstilte van vijftien jaar pakte hij in 1980 het schrijven weer op. Luceberts gedichten zijn even heftig als zijn tekeningen en schilderijen: fantasievol, vervreemdend, intens, lijflijk, oproerig, monsterlijk, gewelddadig.
Het vreemde is dat dit verontrustende werk gemaakt is door een man die op foto’s zo beminnelijk toont. In het echt schijnt hij ook zo te zijn geweest: een vriendelijke, open man, vader van een lief en knap gezin, sociaal. Dus vraag je je af wat er in die man omging. Kenmerkend voor Lucebert was zijn constante werklust: overal en altijd zat hij te tekenen en schrijven. Zijn belangrijkste ambitie was wérken, doorwerken. Acht uur per dag was wel het minste. Om het werk zelf schijnt hij zich nooit zo bekommerd te hebben: overal liet hij papiertjes, briefjes en enveloppen slingeren met krabbels en probeersels.
In Museum Kranenburgh was zowel aandacht voor de sprankelende taal van Lucebert (“Er is een grote norse neger in mij neergedaald”) als voor zijn beeldende werk. Wat ik met zijn beeldende werk moet, weet ik bij nader inzien nog steeds niet – mijn achtergrondstudie heeft nog geen ingang opgeleverd die voor mijn gevoel hout snijdt. Onderstaande tekening vond ik het meest aangrijpend. Maar het meest geïnspireerd raakte ik toch door de taal van deze woelgeestige bard, met als gevolg dat ik via boekwinkeltjes.nl een paar van zijn dichtbundels besteld heb.