De laatste tijd zoek ik de uitdaging in het schilderen. Als ik – zoals vanavond – ga tekenen, grijp ik terug naar vertrouwde technieken. De vraag is of dat goed is, maar soms gebeurt er toch iets verrassends. Deze avond werkte ik op kletsnat papier, natgemaakt met een plantenspuit. Ik begon losjes met penseel, royaal met verdunde inkt (toch een soort schilderen). Daarna tekende ik met lichtblauw, wateroplosbaar krijt. Dit krijt (Neocolor II van Caran d’Ache) duwt – omdat het een beetje vettig is? – het water weg en doet zodoende het pigment van de oostindische inkt schiften. En ook al was het zo niet bedoeld, het effect is prachtig.