Teylers Museum in Haarlem exposeert op dit moment portrettekeningen van Leonardo da Vinci. Alle kranten schreven erover. Wel een hoop poespas: kaartjes kunnen alleen online besteld worden, toegang is er slechts op gereserveerde tijdslots en buiten op straat huist een protserige hotellobby-overkapping met gastvrouwen en -heren in kekke pakjes. Wat er binnen te zien was viel een beetje tegen: een paar portrettekeningen en studies, een aantal groteske koppen, formaat postzegel. Maar drĂºk was het, want de naam van Leonardo da Vinci staat garant voor een grote opkomst. De schilderijen van Leonardo zijn beroemd vanwege zijn sfumato-techniek: de zachte overgangen. Die zachte overgangen heeft hij ook in zijn tekeningen, zie bijvoorbeeld onderstaande krijttekening. Het toonverloop is babyzacht, subtiel en rijk, ondanks dat het portret is opgebouwd uit hele fijne krijtlijntjes (zie schouder en nek voor de opzet). De richting van de streken (Leonardo was links) laat zien dat er bijna niet in is gepoetst. Dat toont de hand van de meester. Maar als het niet van Leonardo da Vinci was geweest, was niemand gaan kijken, vrees ik.