Tag: gewassen inkt

Bijsmokkelen

Vanavond lukte mij wat twee tekenavonden hiervoor nog niet lukte: te gaan werken in puur zwart en wit, grafisch. Het begin was steeds een potloodtekening. Met een precieze lijn gaf ik in de tekening de grens aan tussen licht en schaduw. Daarna was het een kwestie van de schaduw invullen met een donkere toon. Met drie soorten zwart heb ik geëxperimenteerd: verwasbare grafietstift, Woodies en Oost-Indische inkt. De eerste twee gaven storende, niet-egale kleurvlakken, dus was de inkt mijn favoriet. Nu is het een kwestie van doorgaan met dit experiment. De hamvraag is of ik het pure zwart en wit kan opzoeken: een extra grijstoon is er zo bij gesmokkeld (streng zijn is niet eenvoudig). Toch ben ik blij met het onderstaande resultaat, want behalve dat het een aardig portret is geworden, is nagedacht over de vorm en plaatsing van de toonvlakken.

Margret, 50 x 65 cm

Margret, 50 x 65 cm

Pop can pen

Van collega-schilder Frits kreeg ik een cadeautje: een pop can pen. Dat is een zelfbouw-tekenpen met een groot inktreservoir, gemaakt uit bierblikjes-blik. Die van mij was door Frits al in elkaar gezet. Met deze tekenpen zou je flink lang achter elkaar door kunnen tekenen, veel langer dan met een gewone pen. Een goede aanleiding om van de houtskool af te stappen. Zo gezegd, zo gedaan: vanavond ben ik flink in de weer geweest met pen, water en inkt. Wat bleek: de pop can pen was geen succes. Met portrettekenen staat mijn tekenbord bijna rechtop op de ezel en daardoor de pop can pen bijna horizontaal. De inkt loopt er dan aan alle kanten uit, behalve aan de goede. Ik ben maar verder gegaan met een zelfgesneden bamboe-pen. Zo’n rietpen moet je alleen om de haverklap in de inkt dopen. Maar is dat eigenlijk niet beter? Voor het kijken, voor de concentratie?

No photo found.

Halfzwart

Het plan voor vanavond was om met gewassen inkt een stevige tekening neerzetten. Gewassen inkt gebruik ik regelmatig, maar de tekeningen die ik daarmee maak vallen vaak een beetje bleek uit, slapjes. Dat is, gezien de hoeveelheden water die ik gebruik, niet meer dan logisch. Met onderstaande tekening bereikte ik zowaar mijn doel. De tekening is krachtiger uitgevallen dan normaal, vooral door het tekenen met half verdunde inkt. Het liefst zou ik onverdunde inkt in de strijd gooien, maar dat voelt eng. Ik ben bang dat dan het pure zwart de gewassen middentonen gaat overheersen. Dus probeer ik het maar niet eens :-).

Jo, 50 x 65 cm

Jo, 50 x 65 cm

Veeg

Als een portret uitgelicht wordt, valt de diepste schaduw op de plek waar het minste licht komt. Logisch toch? Bij het gebruik van een hoofdlicht en een invullicht ligt de donkerste schaduw dan als een veeg midden over het gezicht, midden tussen de lichte en donkere kant van het gelaat. In het Karmelklooster gebruiken we altijd een hoofd- en invullicht, en dus krijgen we altijd een dergelijke schaduw cadeau.

In onderstaande tekening heb ik geprobeerd die schaduwbaan te gebruiken om het portret vorm te geven. Helemaal gelukt is dat niet, maar toch is de schaduwveeg goed te volgen, vanaf het knotje boven op het hoofd van het lezende model tot aan onderaan de kin. Daarna lost de schaduw op in het over de schouder vallende haar. Volgende keer toch beter op letten?

Sanne, 50 x 65 cm

Sanne, 50 x 65 cm

Laat bezoek

Vanwege de zachte, ronde vormen wordt een jong model door tekenaars altijd moeilijk gevonden. Oudere mensen krijgen scherpere lijnen in het gezicht, dat geeft houvast. Het model van vanavond is een jongen van een jaar of veertien: moeilijk dus. Als gevolg van de voorjaarsvakantie was het rustig in de tekengroep, daarom had ik gelegenheid om een frontale pose te doen — normaliter zijn die plekken ‘bezet’. Bij de onderstaande tekening was ik erg aan het worstelen met de gelijkenis: in het begin was die totaal afwezig, terwijl de verhoudingen toch aardig klopten. Pas op het eind verscheen de gelijkenis, geheel onverwacht, als bezoek dat te laat komt en waar je eigenlijk niet meer op rekent. Gelijkenis is en blijft een raadsel: blijkbaar waren mijn verhoudingen wel goed, maar miste licht en donker? Het (volwassen) ‘bruggetje’ boven de neus tussen de wengbrauwen deed het hem, denk ik, maar zeker weten doe ik het niet.

No photo found.

Opgerekt

Deze avond kwam het bestelde model niet opdagen. Mede-tekenaar Chiel stelde zichzelf beschikbaar. Ik had mij voorgenomen alleen te tekenen wat ik zag – en níet te tekenen wat onzichtbaar was. Dat klinkt makkelijker gezegd dan gedaan, maar toch kwam ik er vanavond redelijk uit. De hoed en de bril maakten het een stuk eenvoudiger. In deze andere tekening is de gelijkenis prima geslaagd. Bij de onderstaande tekening werkte ik minder voorzichtig, directer: meteen met kwast en inkt de vorm op het papier. De gelijkenis is niet perfect – het gezicht een beetje in de lengte opgerekt, maar toch is het een karakteristieke tekening geworden. Ook met de achtergrond ben ik blij. Op de een of andere manier maakt dat het portret levendiger.

No photo found.

Losjes

Vorige week werd ik gewezen op Quentin Blake, de illustrator van Roald Dahl. In Engeland is hij een beroemdheid. Als je zijn video’s op internet bekijkt, blijkt dat hij snel werkt, losjes maar beslist. Dat wilde ik ook. Mijn eerste twee tekeningen vanavond soepten dicht door een teveel aan water, maar bij de volgende had ik meer geluk. Onderstaand portret is getekend met een lange, dunne bamboepen, aan het eind vastgehouden zodat ik maar weinig controle had. Als gevolg daarvan is de lijnvoering losjes, springerig. De schaduwvlakken van gewassen inkt zijn eenvoudig, rustiger dan voor mijn doen gebruikelijk. En ik ben op tijd gestopt. Het eindresultaat intrigeert: ik begrijp nog steeds niet goed wat deze tekening bijzonder maakt. Heb ik dan toch iets van Quentin Blake opgepakt?

Nanda, 50 x 65 cm

Nanda, 50 x 65 cm

Roald Dahl

Vanavond zit een dame met hip piekhaar als portretmodel. Bij het zien van mijn eerste tekening zegt ze: “Je lijkt op Quentin Blake.” Mijn verbaasde gezicht ziend, legt ze uit dat ze bedoelt dat mijn werk lijkt op het werk van Roald Dahl’s illustrator, (Sir) Quentin Blake. Zelf ben ik me van geen kwaad bewust, maar ik noteer de naam om op te zoeken. En van de weeromstuit ga ik anders tekenen, want het gaat er toch om jezelf te blijven … Na de pauze meldt hetzelfde model dat ik — dat wil zeggen mijn stijl lijkt op die van een illustrator van het Volkskrant Magazine (maar welke?). Kortom, een hoop complimenten bij elkaar, terwijl ik niet eens weet of ik haar wel bedankt heb. Bij deze, Elly!

Elly, 50 x 65 cm

Elly, 50 x 65 cm

Maagdelijk blank

Elke maandagavond tekenen we in de kapel van het Egmondse Karmelklooster. De beheerders hebben de doorleefde vurenhouten vloer blank laten schuren en in de was laten zetten. Op deze gefacelifte vloer mogen we niet meer knoeien. Frits heeft zogenaamde ‘stuclopers’ geregeld, waar we onze ezels op zetten en die het geklieder opvangen. Dat was in mijn geval wel nodig. Ik schilderde vanavond met inkt, gewassen inkt. Eerst schilderen met waterdunne inkt om de vorm van het portret te ‘voelen’, daarna tekenen en schilderen met gewassen inkt in verschillende concentraties. Dat leverde een hoop geklieder op, maar over het resultaat ben ik niet ontevreden. En de vloer: nog maagdelijk blank (hoop ik).

No photo found.

Schifting

De laatste tijd zoek ik de uitdaging in het schilderen. Als ik – zoals vanavond – ga tekenen, grijp ik terug naar vertrouwde technieken. De vraag is of dat goed is, maar soms gebeurt er toch iets verrassends. Deze avond werkte ik op kletsnat papier, natgemaakt met een plantenspuit. Ik begon losjes met penseel, royaal met verdunde inkt (toch een soort schilderen). Daarna tekende ik met lichtblauw, wateroplosbaar krijt. Dit krijt (Neocolor II van Caran d’Ache) duwt – omdat het een beetje vettig is? – het water weg en doet zodoende het pigment van de oostindische inkt schiften. En ook al was het zo niet bedoeld, het effect is prachtig.

model Dione (50 x 65 cm)

model Dione (50 x 65 cm)