Met woodies op kletsnat papier krijg je mooie vette lijnen. Onderstaande tekening is van de laatste, liggende pose van vanavond. Het model lag mooi vredig te wezen, en dat is aan de tekening nog te zien. Dat tekenen met verschillende kleuren krijt is niet dan mezelf, maar heb ik gepikt van Kokoschka, van wie ik ooit dergelijke tekeningen zag in het Albertina in Wenen.
Tag: Kokoschka
Oskar Kokoschka – een zelfportret
Oskar Kokoschka op de praatstoel. Groot kunstenaar, geen aardig mens. Een combinatie die wel vaker voorkomt? In geschreven teksten was het mij al eerder opgevallen dat Kokoschka erg veel over zichzelf en zijn werk praat, en nogal kortaf en onderkoeld is over de contacten met zijn naasten. Hier dus ook. Maar wel een mooi tijdsbeeld!

De mandril van Kokoschka
Met mijn tante Riekie bezocht ik vorig jaar het Drents Museum in Assen voor de tentoonstelling “Lyrische lijnen”, met werk van Klimt, Kokoschka, Schiele en anderen. Er hingen een paar mooie tekeningen van Kokoschka, maar meer ook niet. Ik voelde me een beetje bekocht vanwege de geringe omvang en de niet daarmee in verhouding staande publiciteit. Mijn tante was kritischer want zij vindt het afbeelden van mensen niet eens kunst: “Ik ken die mensen toch niet? Waarom moet ik er dan naar kijken?”
Dit weekend ging ik met Greetje naar Rotterdam voor de tentoonstelling “Mensen en Beesten” van Kokoschka. Het was het laatste weekend dat het nog kon. In het Boijmans hingen veel mens- en een aantal dierportretten: de mandril, verder poezen, krabben en schildpadden — in alle stijlen die Oskar Kokoschka gedurende zijn lange leven beoefend heeft, en dat zijn er nogal wat. Mij overviel het gevoel van mijn tante Riekie: al die koppen zeiden mij niets, ondanks het feit dat Kokoschka een van mijn helden is.
In het drukbezochte Museum Boijmans van Beuningen zat Kokoschka voor mijn gevoel opsloten in het chronologische kader van de museumkunst. Misschien hingen zijn doeken gewoon niet mooi, maar ik miste de vrijheid zoals die ik ooit ervaren heb in zijn stadgezichten die ik gezien heb in het Albertina in Wenen: grote doeken in vibrerende kwaststreken met een prachtig licht en kleur. Nu nog erachter komen wat mijn tante Riekie daarvan vindt.