Tag: zilverstift

Spijkerbroekblauw

Voor zilverstift moet je zelf ondergronden prepareren. Het is dan een kleine moeite de grondering een kleurtje te geven. In dit geval heb ik de grondlaag van witte gouache getint met indigo (aquarelverf). Tot mijn verbazing kleurde dit helder blauw. Ik had een grijzer resultaat verwacht, grauwer. Achteraf gezien klopt dat fris-blauwe wel — indigo is immers de kleurstof voor spijkerbroeken.

Het idee van een gekleurde ondergrond is dat deze kan dienen als middentoon. De tekenpen is dan voor de schaduwen, de lichten breng je aan met witte gouache. Aan deze klassieke techniek heb ik mij vanavond gewaagd. Best moeilijk, zo bleek. Het aanbrengen van de hoogsels moet spaarzaam gebeuren — met teveel wit wordt het snel soeperig. Onderstaande tekening is de meest geslaagde poging van de avond.

Trix (zilverstift met witte hoogsels op gekleurde grond, 18 x 18 cm)

Trix (zilverstift met witte hoogsels op gekleurde grond, 18 x 18 cm)

Gemengd gevoel

Mijn tante uit Italië was over en in de buurt. Het kwam zo uit dat ze portret kon zitten in de kapel van het Karmelklooster. En dat gebeurde. De tekenavond begon lekker. Met de eerste stand zat ik er meteen goed in (zie onderstaande tekening), de tweede stand ook. Daarna was het feest over. Mijn aandacht verslapte, de concentratie was weg en de twijfel sloeg toe. “Kan ik het nog wel?”, schoot door mij heen. De rest van de avond werd het alleen maar minder. Hoe zulke processen kunnen gebeuren, is mij een raadsel. Beter eten? Minder willen? Hoe dan ook, toch ging ik met twee redelijk geslaagde tekeningen naar huis.

Wilma (zilverstift, 18 x 18 cm)

Wilma (zilverstift, 18 x 18 cm)

Verlichting

Waarom is tekenen zo moeilijk? En schilderen zo mogelijk nog moeilijker? Eén van de redenen is volgens mij dat kijken, echt onbevooroordeeld kijken erg moeilijk is. Mijn eigen ervaring is dat ik snel en slordig ben met kijken – voordat ik voldoende gekeken heb, ben ik al aan het tekenen. Als ik werkelijk goed zou kunnen kijken, eerlijk en oprecht zou kunnen waarnemen, met voldoende rust, zou tekenen een stuk eenvoudiger zijn. Dat is mijn stellige overtuiging.

Deze maandagavond ben ik het portret vanuit zes standen aangegaan. Daarvan mislukten de meeste pogingen faliekant. Maar bij één tekening gebeurde iets bijzonders. In mijn hoofd trok een soort mist op: opeens kon ik de vormen in het gezicht zien zoals ze waren. Ik zág en kon ze tekenen. Preciezer, ik nam waar wat was, wat vroeg om getekend te worden. Dat wat er niet was, was er niet en hoefde ook niet getekend te worden. Zie onder voor het resultaat.

Een en ander gebeurde in het volle bewustzijn. Ik was mij er bewust van dat ik opeens helder zag, onbevooroordeeld waarnam – een bijzonder gevoel van rust en zekerheid. Heet dat nu verlichting? Hoe dan ook, bij de volgende tekening was dit gevoel al weer weg. Jammer.

Magdalena (zilverstift, 18 x 18 cm)

Magdalena (zilverstift, 18 x 18 cm)

Edelroest

Tekenen met zilverstift is een vorm van zelfkwelling. Waarom een middeleeuws 5H-potlood gebruiken dat zich niet laat uitgummen, terwijl er moderne alternatieven zijn? Vanwege de beperking? Vanwege het resultaat? Karakteristiek aan een zilverstifttekening is de zachtheid: de subtiele lijnen en overgangen. Een wel heel bijzondere eigenschap is de patina. Het zilver van de tekening gaat langzaam oxideren, er ontstaat edelroest – een zachtgouden glans op het zilver die zich pas na een paar maanden manifesteert. Denk aan een lang niet gepoetste zilveren theepot. Onderstaande tekening is behoorlijk bewerkt met de zilverstift. Nu nog een paar maanden wachten op het patineuze glanseffect.

No photo found.

Van de pijn af

Het moeilijkste van tekenen en schilderen vind ik het loslaten: gewoon je tekenpen het werk laten doen, niet of zo weinig mogelijk nadenken en in ieder geval niets willen. Vanavond was dat desalniettemin mijn plan: loslaten. Wat dan helpt, is het materiaal voor je kar spannen. Een zilverstift glijdt niet soepeltjes over het papier, integendeel – het pennetje piept, kreunt, krast over een stug, krijtig oppervlak. Door de pen aan het einde vast te houden, geef je nog meer controle weg. Dan wordt het leuk om te kijken wat de pen ‘wil’, waar de stift heen gaat en wat voor effecten je krijgt. Loslaten kost ook energie. Op een gegeven moment is het uit met de pret, dan neemt de controle weer de overhand. Waarom? Geen idee. Omdat de afloop onzeker is? Een goed resultaat niet gegarandeerd? Maar al te makkelijk val ik terug, ga ik ‘van de pijn af’ terug naar de vertrouwde controle. Bestaat daar geen pilletje voor? Voor loslaten?

Marisabel (zilverstift, 18 x 18 cm)

Marisabel (zilverstift, 18 x 18 cm)

Recept geheim

Een technische moeilijkheid bij het tekenen met zilverstift is de ondergrond: op papier laat een metalen stift van zilver geen sporen na: papier is te zacht. Wat je nodig hebt, is een harde, krijtige ondergrond waarop het zilver zijn sporen nalaat en waar je niet doorheen drukt. Mijn oplossing: mdf-plaatjes van 4 mm dik. Die plaatjes zet ik twee keer in de gesso. De gesso is op acrylbasis. Acryl is plastic, zacht dus, daarom moeten die gessolaagjes dun. Schuren doe ik niet. Over de gesso komt een laagje Chinees wit, dat is witte gouache. In de gouache (plakkaatverf) zit krijt, het witte pigment is zinkwit (zinkoxide). De vezeltjes van de mdf, het krijt in de gouache en wellicht ook de zinkoxide zorgen ervoor dat de zilverstift lichte potloodlijnen achterlaat. Het recept voor deze grondering is te vinden op silverpointweb.com. Dezelfde website beweert dat met de zogenaamde Old Masters Silverpoint Ground diepere, zwarte lijnen mogelijk zijn. Helaas is dit fabeltastische product niet meer te koop en is het recept geheim. Een modern alternatief schijnt de Silverpoint ground van Golden te zijn. Dat wordt wellicht de volgende stap.

No photo found.

Stiften

De zomer is nadrukkelijk voorbij. Buiten woedde een boze, natte najaarsstorm. In de kapel van het Karmelklooster was het warm en droog, het Egmondse tekenseizoen begon. Voor mezelf had ik een nieuw experiment bedacht: portrettekenen met zilverstift. Dat is een dun staafje metaal (zilver) gevat in een houten handvat. Met die stift kun je op een harde, krijtige ondergrond tekenen. Het effect is dat van hard potlood, 2H of zelfs nog harder. Lichte, zilverige lijnen krijg je. Arceren geeft iets donkerder tonen, maar echt zwart wordt het nooit. Dürer en Rembrandt tekenden met zilverstift, maar dat was omdat het moderne potlood nog uitgevonden moest worden — het Conté-potlood is van 1794. In de kloosterkapel werd vanavond hard gewerkt. Na afloop klaagden veel tekenbroeders over opstartproblemen. Die had ik ook: het viel niet mee om met dit gemankeerde potlood een fatsoenlijke tekening neer te zetten. Onderstaande profielschets vind ik zelf nog het beste gelukt.

Jamie (zilverstift, 18 x 18 cm)

Jamie (zilverstift, 18 x 18 cm)