From the Guggenheim Collection in het Cobra Museum van Amstelveen was een must see. Kranten waren lovend, en ik hoorde enthousiaste recensies van mensen die er geweest waren. Dus had ik met Greetje afgesproken om er heen te gaan. Vijf euro toeslag betaalden we voor een tentoonstelling in het schemerduister: het Cobra Museum heeft prachtige daklichten, maar die waren — op last van de verzekering? — toe. Het was dus behelpen met kunstlicht. Hoe dan ook, het Cobra exposeerde 55 werken van 41 kunstenaars: heel divers werk, allemaal ontstaan in de fifties van de vorige eeuw toen abstracte kunst zich stormachtig ontwikkelde. Alles mocht en alles kon, dus zie je iedereen alle kanten opgaan: een lyrische beauty van Mark Rothko die vooruitloopt op zijn latere grote, abstracte multiforms, een Pollock-achtig schilderij van Karel Appel, een Pollock van 1 x 1 m, Alberto Burri die schilderijen maakt van jute zakken, expressieve krabbels van Cy Twombly, ene Jack Tworkov die verscheurd werd tussen expressieve en geometische abstractie. De catalogus spreekt van gewaagde kunststijlen en avant-garde initiatieven, van vrijheid van individuele expressie en spontaniteit. Maar in het Cobra Museum voel je ook de nerveuze stress van kunstenaars die kijkend naar elkaar op zoek zijn naar een eigen stijl.